Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2017/625 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen (verordening officiële controles)
Artikel 128 Bijzondere maatregelen betreffende de binnenkomst van bepaalde dieren en goederen in de Unie
Geldend
Geldend vanaf 27-04-2017
- Bronpublicatie:
15-03-2017, PbEU 2017, L 95 (uitgifte: 07-04-2017, regelingnummer: 2017/625)
- Inwerkingtreding
27-04-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-03-2017, PbEU 2017, L 95 (uitgifte: 07-04-2017, regelingnummer: 2017/625)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Agrarisch recht (V)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Bestuursrecht algemeen / Toezicht
Dierenrecht / Veehouderij
Dierenrecht / Dierenwelzijn
1.
Wanneer er, in andere gevallen dan bedoeld in artikel 53 van Verordening (EG) nr. 178/2002 en artikel 249 van Verordening (EU) 2016/429, aanwijzingen zijn dat de binnenkomst in de Unie van bepaalde dieren of goederen die afkomstig zijn uit een derde land, een regio daarvan of een groep van derde landen, een risico voor de gezondheid van mensen, dieren of planten, dan wel, wat ggo's en gewasbeschermingsmiddelen betreft, voor het milieu oplevert of wanneer er aanwijzingen zijn dat de in artikel 1, lid 2, van deze verordening bedoelde regelgeving op grote schaal en op ernstige wijze niet wordt nageleefd, stelt de Commissie door middel van uitvoeringshandelingen de maatregelen vast die noodzakelijk zijn om dat risico in te perken of de geconstateerde niet-naleving te beëindigen. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 145, lid 2, van deze verordening bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.
2.
In de in lid 1 bedoelde maatregelen worden de dieren en goederen met behulp van de codes van de gecombineerde nomenclatuur aangeduid en kunnen de volgende bepalingen worden opgenomen:
- a)
het verbod op de binnenkomst in de Unie van de in lid 1 bedoelde dieren en goederen die afkomstig zijn uit de betrokken derde landen of regio's daarvan, of daaruit zijn verzonden;
- b)
het voorschrift dat de in lid 1 bedoelde dieren en goederen die afkomstig zijn uit bepaalde derde landen of regio's daarvan of daaruit zijn verzonden, voorafgaand aan verzending specifieke behandelingen of controles ondergaan;
- c)
het voorschrift dat de in lid 1 bedoelde dieren en goederen die afkomstig zijn uit bepaalde derde landen of regio's daarvan, of daaruit zijn verzonden, bij binnenkomst in de Unie specifieke behandelingen of controles ondergaan;
- d)
het voorschrift dat zendingen van de in lid 1 van dit artikel bedoelde dieren en goederen die afkomstig zijn uit bepaalde derde landen of regio's daarvan, of daaruit zijn verzonden, vergezeld gaan van een officieel certificaat, een officiële verklaring of enig ander bewijsstuk waaruit blijkt dat de zending voldoet aan de in artikel 1, lid 2, bedoelde regels of aan voorschriften waarvan erkend is dat zij daaraan ten minste gelijkwaardig zijn;
- e)
het voorschrift om het in punt d) bedoelde bewijsstuk in een specifieke vorm te verstrekken;
- f)
andere maatregelen die noodzakelijk zijn om het risico in te perken.
3.
Bij de vaststelling van de in lid 2 bedoelde maatregelen wordt rekening gehouden met:
- a)
de overeenkomstig artikel 125 verzamelde informatie;
- b)
andere informatie die de betrokken derde landen hebben verstrekt, en
- c)
zo nodig, de resultaten van de in artikel 120, lid 1, bedoelde controles van de Commissie.
4.
Om naar behoren gemotiveerde dwingende redenen van urgentie die verband houden met de gezondheid van mensen en dieren of, wat ggo's en gewasbeschermingsmiddelen betreft, ook de bescherming van het milieu, stelt de Commissie volgens de in artikel 145, lid 3, bedoelde procedure onmiddellijk toepasselijke uitvoeringshandelingen vast.