Einde inhoudsopgave
Omgevingswet
Artikel 16.37 (gebruik andere plan-MER’en)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
12-02-2020, Stb. 2020, 172 (uitgifte: 17-06-2020, kamerstukken: 34986)
23-03-2016, Stb. 2016, 156 (uitgifte: 26-04-2016, kamerstukken: 33962)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
20-03-2023, Stb. 2023, 89 (uitgifte: 22-03-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Veiligheid en Justitie
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Ministerie van Economische Zaken
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Milieurecht / Milieueffectrapportage
Omgevingsrecht / Omgevingswet
Om overlapping van milieueffectrapporten te voorkomen:
- a.
stemt het bevoegd gezag het milieueffectrapport, waaronder het detailniveau daarvan, af op:
- 1°
de mate van gedetailleerdheid van het plan of programma,
- 2°
de fase van het besluitvormingsproces waarin het plan of programma zich bevindt,
- 3°
als het plan of programma deel uitmaakt van een rangorde van plannen of programma’s, in het bijzonder op de plaats die het plan of programma inneemt in die rangorde,
- b.
kan het bevoegd gezag gebruikmaken van:
- 1°
andere milieueffectrapporten als die voldoen aan de bij of krachtens deze paragraaf gestelde eisen,
- 2°
relevante informatie over de milieueffecten van het plan of programma die op grond van verordeningen, richtlijnen en besluiten als bedoeld in artikel 288 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is verkregen.