Regeling toepassing mechanische middelen verpleegden
Artikel 7
Geldend
Geldend vanaf 27-01-2000
- Bronpublicatie:
20-01-2000, Stcrt. 2000, 17 (uitgifte: 25-01-2000, regelingnummer: 5001838/99/DJI)
- Inwerkingtreding
27-01-2000
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-01-2000, Stcrt. 2000, 17 (uitgifte: 25-01-2000, regelingnummer: 5001838/99/DJI)
- Vakgebied(en)
Penitentiair recht / Algemeen
Gezondheidsrecht / Ordening en verzekering
1.
De verpleegde ontvangt regelmatig eten en drinken.
2.
De verpleegde wordt zo mogelijk in de gelegenheid gesteld zelf eten en drinken tot zich te nemen. Indien hij hiertoe niet in staat moet worden geacht, is het personeelslid of de medewerker die is belast met de verzorging van de verpleegde hem hierbij behulpzaam.
3.
Het personeelslid of de medewerker zorgt ervoor dat de verpleegde ten minste een maal per dag, en zoveel vaker als nodig is, zichzelf kan wassen en wordt voorzien van schone kleding.
4.
Indien de verpleegde door de toepassing van mechanische middelen niet in staat is om zichzelf te wassen en van schone kleding te voorzien, is het personeelslid of de medewerker die is belast met de verzorging van de verpleegde hem hierbij behulpzaam.
5.
Indien de verpleegde door de toepassing van de mechanische middelen niet in staat is om op het toilet te urineren of zich te ontlasten, wordt hij voorzien van een urinaal of ondersteek. Het personeelslid of de medewerker die is belast met de verzorging van de verpleegde is hem zonodig behulpzaam bij het gebruik van de urinaal of ondersteek.