Einde inhoudsopgave
Richtlijn 1999/74/EG tot vaststelling van minimumnormen voor de bescherming van legkippen
Bijlage
Geldend
Geldend vanaf 03-08-1999
- Bronpublicatie:
19-07-1999, PbEG 1999, L 203 (uitgifte: 03-08-1999, regelingnummer: 1999/74/EG)
- Inwerkingtreding
03-08-1999
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-07-1999, PbEG 1999, L 203 (uitgifte: 03-08-1999, regelingnummer: 1999/74/EG)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Marktintegratie
Douane (V)
Naast de toepasselijke bepalingen van de bijlage bij Richtlijn 98/58/EG moet aan de volgende eisen worden voldaan:
- 1.
Alle kippen moeten ten minste eenmaal per dag door de eigenaar of de houder worden geïnspecteerd.
- 2.
Het geluidsniveau dient zo laag mogelijk te worden gehouden. Aanhoudend of plotseling lawaai moet worden vermeden. Constructie, opstelling, onderhoud en werking van ventilatietoestellen, voedermachines of andere apparaten moeten zo weinig mogelijk lawaai veroorzaken.
- 3.
Alle gebouwen moeten zodanig verlicht worden dat de kippen elkaar duidelijk kunnen zien, respectievelijk duidelijk te zien zijn, dat zij hun omgeving visueel kunnen verkennen en dat zij hun activiteiten op de gebruikelijke wijze kunnen ontplooien. In het geval van verlichting met daglicht moeten de lichtopeningen zo aangebracht zijn dat een gelijkmatige verdeling van het licht in de lokalen gewaarborgd is.
Na de eerste dagen van aanpassing moet het systeem zodanig worden afgesteld dat gezondheidsproblemen en gedragsstoornissen worden vermeden. Derhalve moet worden gezorgd voor een 24-uurscyclus met een ononderbroken duisternisperiode die lang genoeg is, dat wil zeggen ongeveer een derde van de dag, zodat de kippen kunnen rusten en problemen als vermindering van de immuniteit en oogafwijkingen kunnen worden voorkomen. Bij de vermindering van het kunstlicht moet een periode van halfduister in acht genomen worden die lang genoeg is om de kippen in staat te stellen ongestoord zonder verwondingen op stok te gaan.
- 4.
Lokalen, uitrusting en gereedschap waarmee de kippen in aanraking komen, moeten regelmatig grondig worden gereinigd en ontsmet en in elk geval telkens wanneer de kooien om sanitaire redenen worden leeggemaakt, en ook voordat een nieuwe partij kippen wordt binnengebracht. Zolang de lokalen bezet zijn, moeten alle oppervlakken en alle installaties goed schoon worden gehouden.
Uitwerpselen moeten zo vaak als nodig is, worden verwijderd, dode kippen dagelijks.
- 5.
De houderijsystemen moeten zo zijn opgezet dat de kippen niet kunnen ontsnappen.
- 6.
Een inrichting met meer lagen op elkaar moet voorzien in passende voorzieningen of maatregelen die het mogelijk maken alle lagen rechtstreeks en moeiteloos te inspecteren, en de kippen gemakkelijk te verwijderen.
- 7.
De constructie en de afmetingen van de opening van de kooi moeten van dien aard zijn dat een volwassen kip eruit gehaald kan worden zonder dat dit onnodig lijden of verwondingen veroorzaakt.
- 8.
Onverminderd het bepaalde in punt 19 van de bijlage bij Richtlijn 98/58/EG is elke vorm van verminking verboden.
Om pikkerij en kannibalisme te voorkomen, kunnen de lidstaten echter het inkorten van snavels toestaan bij kuikens jonger dan tien dagen die voor de leg bestemd zijn, mits dat uitgevoerd wordt door gekwalificeerd personeel.