Einde inhoudsopgave
Besluit Wfsv
Artikel 2.27 Definities
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2017
- Bronpublicatie:
28-03-2017, Stb. 2017, 163 (uitgifte: 14-04-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-03-2017, Stb. 2017, 164 (uitgifte: 14-04-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Ministerie van Financiën
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid algemeen / Bijzondere onderwerpen
1.
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
- –
doelgroepregister: het register ten behoeve van de registratie, bedoeld in artikel 38d van de Wfsv;
- –
identificatienummer: de door de Belastingdienst en het UWV gebruikte identificatie van de uitlener dan wel de inlener;
- –
inleenverbanden: het door de uitlener ter beschikking stellen van werknemers die arbeidsbeperkte zijn aan de inlener;
- –
inlener: degene aan wie de uitlener de arbeidskracht ter beschikking stelt;
- –
peildatum: 31 december van het jaar voorafgaand aan het kalenderjaar waarover de quotumheffing wordt geheven;
- –
Polisadministratie: de administratie, bedoeld in artikel 33 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;
- –
uitlener:
- a.
onderneming of rechtspersoon die arbeidskrachten uitzendt op grond van een overeenkomst als bedoeld in artikel 690, Boek 7, van het Burgerlijk Wetboek en die op de peildatum in het handelsregister, bedoeld in artikel 2 van de Handelsregisterwet 2007 is ingeschreven waarbij is opgenomen, dat deze onderneming of rechtspersoon de activiteit van het ter beschikking stellen van arbeidskrachten uitoefent; of
- b.
de werkgever van de werknemer, die werkzaam is in een dienstbetrekking in de zin van artikel 2 van de Wet sociale werkvoorziening, waarbij bij de uitvoering van artikel 2 van de Wet sociale werkvoorziening die werknemer ter beschikking wordt gesteld aan een andere werkgever;
- –
uitzendpersoneel: personeel dat door de uitlener aan de inlener ter beschikking wordt gesteld en waarvan de werkgever op grond van artikel 28, eerste lid, onderdeel d, van de Wet op de loonbelasting 1964 opgaaf doet aan de inspecteur dat sprake is van een uitzendkracht of een dienstbetrekking in de zin van artikel 2, eerste lid, van de Wet sociale werkvoorziening die ter beschikking wordt gesteld aan een andere werkgever.
2.
Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de definitie van uitlener als bedoeld in het eerste lid.