Einde inhoudsopgave
Regeling zorgverzekering
Artikel 2.10 [Hulpmiddelen bij stoornissen in hoorfunctie]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2013
- Redactionele toelichting
Dit artikel is opnieuw ingevoegd. Art. 2.10 (oud) vervallen.
- Bronpublicatie:
12-07-2012, Stcrt. 2012, 14946 (uitgifte: 20-07-2012, regelingnummer: Z-3122968)
- Inwerkingtreding
01-01-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-07-2012, Stcrt. 2012, 14946 (uitgifte: 20-07-2012, regelingnummer: Z-3122968)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid ziektekosten / Zorgverzekering
1.
Hulpmiddelen als bedoeld in artikel 2.6, onderdeel c, omvatten:
- a.
hulpmiddelen ter correctie van stoornissen in de hoorfunctie voor zover er sprake is van een revalideerbaar oor met ten minste een verlies van 35 dB of ernstig oorsuizen;
- b.
hulpmiddelen ter compensatie van beperkingen in het luisteren of beperkingen in het gebruik van communicatieapparatuur, indien de hulpmiddelen als bedoeld onder a, hiervoor onvoldoende verbetering bieden dan wel indien deze hulpmiddelen substitueren voor de hulpmiddelen als bedoeld onder a.
2.
De zorg, bedoeld in het eerste lid, omvat niet deels implanteerbare hoorhulpmiddelen.
3.
Een indicatie voor de in het eerste lid bedoelde hulpmiddelen is eveneens aanwezig als sprake is van een bijzondere individuele zorgvraag.
4.
Voor signaalhonden geldt dat een tegemoetkoming kan worden verleend in de redelijk te achten gebruikskosten.