Einde inhoudsopgave
Aanbestedingswet 2012
Artikel 2.115 [Nadere criteria]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2016
- Bronpublicatie:
22-06-2016, Stb. 2016, 241 (uitgifte: 30-06-2016, kamerstukken: 34329)
- Inwerkingtreding
01-07-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-06-2016, Stb. 2016, 243 (uitgifte: 30-06-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Aanbestedingsrecht / Gunning
Aanbestedingsrecht / Overheidsopdrachten
Aanbestedingsrecht / Aanbestedingsprocedure
1.
De aanbestedende dienst die de economisch meest voordelige inschrijving vaststelt op basis van de beste prijs-kwaliteitverhouding, maakt in de aankondiging van de overheidsopdracht bekend welke nadere criteria hij stelt met het oog op de toepassing van dit criterium.
2.
De in het eerste lid bedoelde nadere criteria houden verband met het voorwerp van de overheidsopdracht en kunnen onder meer betreffen:
- a.
kwaliteit, waaronder technische verdienste;
- b.
esthetische en functionele kenmerken;
- c.
toegankelijkheid;
- d.
geschiktheid van het ontwerp voor alle gebruikers;
- e.
sociale, milieu- en innovatieve kenmerken;
- f.
de handel en de voorwaarden waaronder deze plaatsvindt;
- g.
de organisatie, de kwalificatie en de ervaring van het personeel voor de uitvoering van de opdracht, wanneer de kwaliteit van dat personeel een aanzienlijke invloed kan hebben op het niveau van de uitvoering van de opdracht;
- h.
klantenservice en technische bijstand;
- i.
leveringsvoorwaarden, zoals leveringsdatum, leveringswijze, leveringsperiode of termijn voor voltooiing.
3.
Nadere criteria als bedoeld in het eerste lid houden verband met het voorwerp van de overheidsopdracht wanneer zij betrekking hebben op de in het kader van die overheidsopdracht te verrichten werken, leveringen of diensten, in alle opzichten en in elk stadium van hun levenscyclus, met inbegrip van factoren die te maken hebben met:
- a.
het specifieke productieproces, het aanbieden of de verhandeling van deze werken, leveringen of diensten, of
- b.
een specifiek proces voor een andere fase van hun levenscyclus,
zelfs wanneer deze factoren geen deel uitmaken van hun materiële basis.
4.
De aanbestedende dienst specificeert in de aanbestedingsstukken het relatieve gewicht van elk van de door hem gekozen nadere criteria voor de bepaling van de economisch meest voordelige inschrijving op basis van de beste prijs-kwaliteitverhouding. Dit gewicht kan worden uitgedrukt door middel van een marge met een passend verschil tussen minimum en maximum.
5.
Indien om objectieve redenen geen weging mogelijk is, vermeldt de aanbestedende dienst in de aanbestedingsstukken de nadere criteria in afnemende volgorde van belang.