Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis
Artikel 8
Geldend
Geldend vanaf 01-03-2008
- Bronpublicatie:
26-10-2004, Trb. 2006, 83 (uitgifte: 18-04-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-03-2008
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-04-2008, Trb. 2008, 70 (uitgifte: 01-01-2008, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Algemeen
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
1.
Ter verwezenlijking van het streven van de overeenkomstsluitende partijen om tot een zo uniform mogelijke toepassing en uitlegging van de in artikel 2 bedoelde bepalingen te komen, volgt het gemengd comité voortdurend de ontwikkeling van de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (‘het Hof van Justitie’) alsmede de ontwikkeling van de jurisprudentie van de bevoegde rechterlijke instanties van Zwitserland betreffende deze bepalingen. Daartoe wordt een systeem ingesteld voor de regelmatige wederzijdse toezending van die jurisprudentie.
2.
Zwitserland heeft het recht memories of schriftelijke opmerkingen in te dienen bij het Hof van Justitie wanneer een rechterlijke instantie van een lidstaat het Hof van Justitie een prejudiciële vraag stelt over de uitlegging van een in artikel 2 bedoelde bepaling.