Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2019/943 betreffende de interne markt voor elektriciteit
Artikel 19 quinquies Directe prijssteunregelingen voor investeringen in de vorm van tweerichtingscontracten ter verrekening van verschillen
Geldend
Geldend vanaf 16-07-2024
- Bronpublicatie:
13-06-2024, PbEU L 2024, 2024/1747 (uitgifte: 26-06-2024, regelingnummer: 2024/1747)
- Inwerkingtreding
16-07-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-06-2024, PbEU L 2024, 2024/1747 (uitgifte: 26-06-2024, regelingnummer: 2024/1747)
- Vakgebied(en)
Energierecht / Europees energierecht
EU-recht / Marktintegratie
Energierecht / Distributie
1.
Directe prijssteunregelingen voor investeringen in nieuwe elektriciteitsproductie-installaties uit de in lid 4 genoemde bronnen nemen de vorm aan van tweerichtingscontracten ter verrekening van verschillen of gelijkwaardige regelingen met dezelfde gevolgen.
De eerste alinea is van toepassing op contracten in het kader van directe prijssteunregelingen voor investeringen in nieuwe opwekking die worden gesloten op of na 17 juli 2027, of, voor offshoreproductie-installaties voor hernieuwbare energie die zijn aangesloten op hybride offshoreprojecten die op hun beurt zijn aangesloten op twee of meer biedzones, is de eerste alinea van toepassing op contracten die worden gesloten op of na 17 juli 2029.
De marktdeelnemers mogen vrijwillig deelnemen aan directe prijssteunregelingen in de vorm van tweerichtingscontracten ter verrekening van verschillen en gelijkwaardige regelingen met dezelfde gevolgen.
2.
Alle directe prijssteunregelingen in de vorm van tweerichtingscontracten ter verrekening van verschillen en gelijkwaardige regelingen met dezelfde gevolgen worden opgezet met het oog op:
- a)
het behoud van stimulansen voor de elektriciteitsproductie-installatie om efficiënt te functioneren en deel te nemen aan de elektriciteitsmarkten, met name om rekening te houden met de marktomstandigheden;
- b)
het voorkomen van verstorende effecten van de steunregeling op beslissingen van de elektriciteitsproductie-installatie inzake exploitatie, dispatching en onderhoud of op het biedgedrag op day-ahead-, intraday- en balanceringsmarkten en markten voor ondersteunende diensten;
- c)
het waarborgen dat de minimumvergoedingsbescherming en de opwaartse limiet voor een te hoge vergoeding afgestemd zijn op de kosten van de nieuwe investering en de marktinkomsten, met als doel te waarborgen dat de elektriciteitsproductie-installatie op de lange termijn economisch levensvatbaar is en tegelijkertijd overcompensatie wordt vermeden;
- d)
het voorkomen van onnodige verstoringen van de mededinging en het handelsverkeer op de interne markt, met name door de vergoedingen vast te stellen aan de hand van een open, duidelijke, transparante en niet-discriminerende concurrerende biedprocedure; wanneer geen dergelijke concurrerende biedprocedure kan worden georganiseerd, wordt er bij het ontwerp van tweerichtingscontracten ter verrekening van verschillen of van gelijkwaardige regelingen met dezelfde gevolgen — en van de toepasselijke uitoefenprijzen — voor gezorgd dat de uitkering van inkomsten aan ondernemingen niet tot overmatige verstoringen van de mededinging en het handelsverkeer op de interne markt leidt;
- e)
het voorkomen van verstoringen van de mededinging en het handelsverkeer op de interne markt als gevolg van de uitkering van inkomsten aan ondernemingen;
- f)
het opnemen van clausules voor sancties bij onrechtmatige eenzijdige vroegtijdige beëindiging van het contract.
3.
Bij de beoordeling van tweerichtingscontracten ter verrekening van verschillen of gelijkwaardige regelingen met dezelfde gevolgen op grond van de artikelen 107 en 108 VWEU ziet de Commissie erop toe dat de ontwerpbeginselen van lid 2 in acht worden genomen.
4.
Lid 1 is van toepassing op investeringen in nieuwe productie van elektriciteit uit de volgende bronnen:
- a)
windenergie;
- b)
zonne-energie;
- c)
geothermische energie;
- d)
waterkracht zonder reservoir;
- e)
kernenergie.
5.
Inkomsten, of het financiële equivalent van die inkomsten, uit de in lid 1 bedoelde directe prijssteunregelingen in de vorm van tweerichtingscontracten ter verrekening van verschillen en gelijkwaardige regelingen met dezelfde gevolgen zullen worden uitgekeerd aan eindafnemers.
Niettegenstaande de eerste alinea kunnen de inkomsten, of het financiële equivalent van die inkomsten, ook worden gebruikt voor de financiering van de kosten van de directe prijssteunregelingen of investeringen die erop zijn gericht de elektriciteitskosten voor eindafnemers te verlagen.
De uitkering van inkomsten aan eindafnemers wordt zodanig vormgegeven dat de prikkels om hun verbruik te verminderen of te verschuiven naar perioden waarin de elektriciteitsprijzen laag zijn, behouden blijven en de mededinging tussen elektriciteitsleveranciers niet wordt ondermijnd.
6.
Overeenkomstig artikel 4, lid 3, derde alinea, van Richtlijn (EU) 2018/2001 kunnen de lidstaten kleinschalige installaties voor hernieuwbare energiebronnen en demonstratieprojecten vrijstellen van de verplichting op grond van lid 1 van dit artikel.