Einde inhoudsopgave
Remigratiewet
Artikel 10 [Overgangsbepalingen]
Geldend
Geldend vanaf 08-09-2000. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-04-2000
- Bronpublicatie:
16-09-1999, Stb. 1999, 426 (uitgifte: 01-01-1999, kamerstukken: 26525)
- Inwerkingtreding
08-09-2000, terugwerkend tot: 01-04-2000
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-07-2000, Stb. 2000, 351 (uitgifte: 07-09-2000, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Bijzondere onderwerpen
Sociale zekerheid algemeen / Bijzondere onderwerpen
1.
Personen die op de dag voor de inwerkingtreding van deze wet zijn geremigreerd en een uitkering ontvingen op basis van de Remigratieregeling 1985 behoeven geen aanvraag in te dienen voor het verkrijgen van een periodieke uitkering op basis van deze wet. De bedragen van bedoelde uitkering worden van rechtswege aangepast aan het niveau van de bedragen op basis van deze wet.
2.
Artikel 4, tweede en derde lid, is niet van toepassing op personen die op de dag voor de inwerkingtreding van deze wet zijn geremigreerd.
3.
Artikel 4, eerste lid, is niet van toepassing op personen die voor de inwerkingtreding van deze wet zijn geremigreerd en die op de dag voor de inwerkingtreding van deze wet geen uitkering ontvingen op basis van de Remigratieregeling 1985.
4.
Artikel 5, eerste lid, is niet van toepassing op de partner van de remigrant die op de dag voor de inwerkingtreding van deze wet is geremigreerd en bij inwerkingtreding van deze wet geen gezamenlijke huishouding meer voert met de remigrant, waarbij onder partner mede wordt verstaan de partner, bedoeld in artikel 1, tweede lid.
5.
Artikel 5, derde lid, is niet van toepassing op minderjarige kinderen die op de dag voor de inwerkingtreding van deze wet zijn meegeremigreerd en bij inwerkingtreding van deze wet de remigrant en zijn partner met wie de minderjarige kinderen zijn meegeremigreerd, zijn overleden, waarbij onder kinderen mede wordt verstaan de kinderen, bedoeld in artikel 1, derde lid, en waarbij onder partner mede wordt verstaan de partner, bedoeld in artikel 1, tweede lid.