Einde inhoudsopgave
Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen
Artikel 76f [Uitspraak beroepscommissie medisch handelen]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2021
- Bronpublicatie:
03-04-2019, Stb. 2019, 141 (uitgifte: 12-04-2019, kamerstukken: 33844)
- Inwerkingtreding
01-01-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-10-2020, Stb. 2020, 456 (uitgifte: 18-11-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Penitentiair recht / Justitiële jeugdinrichtingen
1.
De beroepscommissie doet zo spoedig mogelijk uitspraak.
2.
De artikelen 72, tweede, vierde en zevende lid, en 73, eerste lid, zijn van overeenkomstige toepassing.
3.
De uitspraak strekt tot gegrondverklaring van het beroep indien sprake is van:
- a.
enig handelen in het kader van of nalaten in strijd met de zorg die de in artikel 76b bedoelde personen in die hoedanigheid behoren te betrachten ten opzichte van de jeugdige, met betrekking tot wiens gezondheidstoestand zij bijstand verlenen of hun bijstand is ingeroepen;
- b.
enig ander onder a bedoeld handelen of nalaten in die hoedanigheid in strijd met het belang van een goede uitoefening van de individuele gezondheidszorg.
4.
Indien de klacht door de beroepscommissie geheel of gedeeltelijk gegrond wordt geacht bepaalt de beroepscommissie of enige tegemoetkoming aan de jeugdige geboden is. Zij stelt de tegemoetkoming, die geldelijk van aard kan zijn, vast.