Einde inhoudsopgave
Veegwet VWS 2013
Artikel IIIA
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2014
- Bronpublicatie:
04-12-2013, Stb. 2013, 560 (uitgifte: 20-12-2013, kamerstukken: 33507)
- Inwerkingtreding
01-04-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-02-2014, Stb. 2014, 93 (uitgifte: 06-03-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met de wet van 11-12-2013, Stb. 578.
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Algemeen
Sociale zekerheid kinderen en jongeren / Jeugdzorg
Sociale zekerheid ziektekosten / Algemeen
Personen- en familierecht / Kinderbescherming
1.
In aanvulling op artikel 39 van de Zorgverzekeringswet kunnen tevens ten gunste of ten laste van het Zorgverzekeringsfonds worden gebracht door het Zorginstituut vast te stellen, met zorgverzekeraars als bedoeld in de Zorgverzekeringswet te verrekenen bedragen met betrekking tot in een kalenderjaar aangevangen, bij of krachtens artikel 11 van de Zorgverzekeringswet bedoelde zorg van bij ministeriële regeling aan te wijzen categorieën zorgaanbieders, die in de twee daaropvolgende kalenderjaren bij de zorgverzekeraars in rekening is gebracht.
2.
Het eerste lid geldt slechts voor zorg die is aangevangen in het kalenderjaar onmiddellijk voorafgaande aan het jaar waarin voor de aangewezen categorie zorgaanbieders een nieuw bekostigingssysteem is gaan gelden.
3.
Bij ministeriële regeling wordt bepaald welke zorg het Zorginstituut bij toepassing van het eerste lid in aanmerking neemt, hoe het Zorginstituut de bedragen, bedoeld in dat lid, berekent en wanneer de in dat lid bedoelde verrekening dient te hebben plaatsgevonden.