Einde inhoudsopgave
Regeling zorgverzekering
Artikel 6a.6 [Jaarlijkse bijdrage]
Geldend
Geldend vanaf 16-01-2018. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-01-2015
- Bronpublicatie:
14-12-2017, Stcrt. 2018, 1583 (uitgifte: 15-01-2018, regelingnummer: 1261606-170595-Z)
- Inwerkingtreding
16-01-2018, terugwerkend tot: 01-01-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-12-2017, Stcrt. 2018, 1583 (uitgifte: 15-01-2018, regelingnummer: 1261606-170595-Z)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid ziektekosten / Zorgverzekering
1.
De Minister verstrekt de Sociale verzekeringsbank jaarlijks een bijdrage voor de kosten van de ondersteuning.
2.
De Sociale verzekeringsbank dient vóór 1 oktober een aanvraag, voorzien van een begroting met toelichting, tot verlening van een bijdrage voor het daaropvolgende jaar in bij de Minister.
3.
Binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag besluit de Minister over het verlenen van de bijdrage en van voorschotten op de bijdrage.
4.
De Minister kan de Sociale verzekeringsbank bij de verlening van de bijdrage verplichtingen opleggen met betrekking tot de uitvoering van de ondersteuning of het verkrijgen van de bijdrage.
5.
Na afloop van het jaar waarvoor de bijdrage is verstrekt, dient de Sociale verzekeringbank vóór 1 juli een aanvraag, voorzien van een financieel verslag met toelichting, tot vaststelling van de bijdrage in bij de Minister.
6.
Binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag besluit de Minister over het vaststellen van de bijdrage.