Besluit uitsluiting aftrek omzetbelasting 1968
Artikel 3
Geldend
Geldend vanaf 23-02-2019. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-01-2019
- Redactionele toelichting
Goedgekeurd bij de wet van 03-07-2019, Stb. 251.
- Bronpublicatie:
14-02-2019, Stb. 2019, 71 (uitgifte: 22-02-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
23-02-2019, terugwerkend tot: 01-01-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-02-2019, Stb. 2019, 71 (uitgifte: 22-02-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting (V)
Omzetbelasting / Aftrek en teruggaaf
1.
Indien goederen en diensten door de ondernemer worden gebezigd ten behoeve van de verstrekking van spijzen en dranken aan zijn personeel en hij ter zake van die verstrekking minder in rekening heeft gebracht dan het in het tweede lid omschreven bedrag, wordt de aftrek uitgesloten tot 9 percent van het verschil tussen dat bedrag en hetgeen in rekening is gebracht.
2.
Het in het eerste lid bedoelde bedrag bestaat uit de aanschaffingskosten van de spijzen en dranken, de omzetbelasting niet daaronder begrepen, vermeerderd met 25 percent. Voor zover de ondernemer de spijzen en dranken zelf heeft vervaardigd, worden in plaats van de aanschaffingskosten van de spijzen en dranken de aanschaffingskosten van de grondstoffen in aanmerking genomen.