Einde inhoudsopgave
Beleidsregel storing door het gewenste signaal van radiozendapparaten
Artikel 9 Beëindiging van een ontoelaatbare belemmering
Geldend
Geldend vanaf 15-05-2009
- Bronpublicatie:
24-04-2009, Stcrt. 2009, 87 (uitgifte: 13-05-2009, regelingnummer: AT-EZ/6279718.JZ)
- Inwerkingtreding
15-05-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-04-2009, Stcrt. 2009, 87 (uitgifte: 13-05-2009, regelingnummer: AT-EZ/6279718.JZ)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
Informatierecht / Media
1.
2.
Een ontoelaatbare belemmering als bedoeld in artikel 8, eerste lid, is tevens beëindigd indien:
- a.
de vergunninghouder op zijn kosten en met instemming van diegene die de ontoelaatbare belemmering ondervindt, maatregelen heeft getroffen waardoor diegene geen storing meer ondervindt, of
- b.
de vergunninghouder het aanbod heeft gedaan aan diegene die de ontoelaatbare belemmering ondervindt om op zijn kosten maatregelen te treffen waardoor diegene geen storing meer zal ondervinden en diegene niet binnen een redelijke termijn dat aanbod aanvaardt dan wel dat aanbod op onredelijke gronden afwijst.
3.
Onder het treffen van maatregelen als bedoeld in het tweede lid wordt onder andere verstaan: het vervangen van een radiozend- of ontvangstapparaat of een elektrische of elektronische inrichting door een apparaat of inrichting van ten minste een vergelijkbare kwaliteit.
4.
Het tweede lid geldt niet indien de cumulatieve piekwaarde van de elektrische veldsterkte 18 Volt per meter of hoger is op of nabij de locatie waar de ontoelaatbare belemmering zich voordoet.