Besluit opleiding tot controleur der Belastingen BES
Examenreglement
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tekstplaatsing van het Landsbesluit houdende algemene maatregelen controleurscursus (opleiding tot controleur der Belastingen; 1992, 66), zoals gewijzigd bij het Tweede Aanpassingsbesluit openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (27-09-2010, Stb. 373). Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
23-09-2010, Stb. 2010, 492 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2010, Stb. 2010, 389 (uitgifte: 07-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
als bedoeld in artikel 12, eerste lid, van het Besluit opleiding tot controleur der Belastingen BES
Artikel 1
Waarna hierna esproken [lees: gesproken] wordt over ‘examen’ wordt daaronder mede verstaand ‘tentamen’
Artikel 2
- 1.
Voor het betreden van het examenlokaal tekent de kandidaat een door de examencommissie gewaarmerkte presentielijst, onder overlegging van een geldig legitimatiebewijs.
- 2.
Een kandidaat die te laat komt op een schriftelijk examen mag uiterlijk tot een half uur na aanvang van het schriftelijk examen tot het examenlokaal worden toegelaten. Hij levert zijn werk in op hetzelfde tijdstip dat voor de andere kandidaten geldt.
- 3.
Een kandidaat dit te laat komt op een mondeling examen wordt in principe niet tot dat examen toegelaten.
Artikel 3
- 1.
Het schriftelijke werk door alle kandidaten die deelnemen aan eenzelfde examen gelijktijdig gemaakt.
- 2.
Het schriftelijke werk wordt gemaakt op gewaarmerkt papier, verstrekt door of vanwege de voorzitter van de examencommissie; daarbij is het gebruik van andere dan de door de examencommissie toegestane hulpmiddelen verboden.
- 3.
De kandidaat plaatst zijn naam op het papier.
- 4.
Omtrent de opgaven worden geen mededelingen of inlichtingen aan de kandidaten verstrekt, tenzij de voorzitter van de examencommissie daartoe machtiging heeft verleend.
- 5.
Gedurende het examen is het de kandidaat niet geoorloofd zich zonder toestemming van degenen die toezicht houdt uit het examenlokaal te verwijderen.
- 6.
De kandidaat levert zijn werk tegen kwijting bij de toezichthouder in. Aan het einde van de zitting controleert de toezichthouder of alle kandidaten het gemaakt werk hebben ingeleverd.
- 7.
Degene die zich aan enig bedrog bij het examen schuldig maakt, wordt door de voorzitter van de examencommissie de verdere deelneming aan het examen ontzegd.
Artikel 4
- 1.
De secretaris van de examencommissie stelt zo spoedig mogelijk het door de kandidaten gemaakte schriftelijke werk met een exemplaar van de opgaven en van de standaarduitwerking aan de examinator ter hand.
- 2.
De examinator kijkt het werk zo spoedig mogelijk na, wijst er de onvolkomenheden in aan en geeft het met de standaarduitwerking en zijn beoordeling en voorzien van een toelichting die voor een juiste waardering van belang is, aan de gecommitteerde, die het werk zo spoedig mogelijk beoordeelt.
- 3.
De examinator vermeldt de door hem toegekende cijfers niet op het werk zelf, doch op een afzonderlijk vel papier, dat bij het werk gevoegd wordt.
- 4.
Indien voor een vak twee of mee examinatoren optreden (voor zover van toepassing de gecommitteerde daaronder begrepen), bepalen zij in onderling overleg de in het tweede lid bedoelde cijfers. Kunnen zij niet tot overeenstemming komen dan wordt als cijfer aangehouden het rekenkundig gemiddelde van het door ieder van hen toegekende cijfer.
Artikel 5
- 1.
Bij het mondelinge examen worden de kandidaten afzonderlijk ondervraagd door de examinator in aanwezigheid van de aangewezen gecommitteerde. Ook de gecommitteerde mag vragen stellen.
- 2.
Voor mondelinge examens is artikel 3, vierde lid, van overeenkomstige toepassing.
Artikel 6
- 1.
Indien voor een vak zowel een mondeling als een schriftelijk examen wordt afgenomen stellen de examinator(en) en de gecommitteerde in onderling overleg het examencijfer vast, volgens de regels zoals hierna opgenomen.
Indien voor het vak geen verplicht tentamens zijn voorschreven is het aldus bepaalde examencijfer tevens eindcijfer.
- 2.
Bij de bepaling van het examencijfer respectievelijk eindcijfer passen de examinator(en) en de gecommitteerde de volgende waarderingsregels toe:
- –
voor de vakken Algemene vorming, Nederlandse taal en Correspondentie en rapportage geldt als eindcijfer het bij het schriftelijke examen toegekende examencijfer.
- –
voor het vak Privaatrecht wordt het eindcijfer bepaald op het gemiddelde van de bij het schriftelijke en mondelinge examen toegekende examencijfers.
- –
voor het vak Belastingrecht wordt het examencijfer bepaald op het gemiddelde van het schriftelijke en het mondelinge examen.
Het eindcijfer wordt bepaald door het examencijfer en dat van het tentamen Loonbelasting en dat van het tentamen Invorderingsrecht te wegen in de verhouding 4:2:1.
- –
voor het vak Boekhouden wordt het examencijfer als volgt bepaald; de som van eenmaal het tentamencijfer Enkel boekhouden, tweemaal het tentamencijfer Handelsrekenen/Bedrijfscalculatie en driemaal het examencijfer wordt gedeeld door zes.
- –
voor het vak Voortgezet Boekhouden wordt het eindcijfer bepaald op het rekenkundig gemiddelde van de cijfers toegekend bij tentamen en examen.
- –
voor het vak Economie wordt het eindcijfer als volgt bepaald; de som van driemaal het cijfer voor Algemene economie, driemaal het cijfer voor bedrijfseconomie en tweemaal het cijfer voor organisatiekunde, wordt gedeeld door acht.
- –
voor het vak controletechniek wordt het examencijfer bepaald op het gemiddelde van het schriftelijk en het mondelinge examen.
Het eindcijfer wordt bepaald door het examencijfer en het bij het tentamen behaalde cijfer te wegen in de verhouding 3:1.
- 3.
Tot de bepaling van het eindcijfer vindt afronding plaats tot op een decimaal nauwkeurig; bij de bepaling van het eindcijfer vindt afronding op de cijfers 1 t/m 10 plaats waarbij het decimaal 0,5 en hoger leidt tot een afronding naar boven.
Aan de cijfers 1 t/m 10 is de volgde betekenis te hechten:
10.
Uitmuntend
5.
bijna voldoende
9.
zeer goed
4.
onvoldoende
8.
goed
3.
zeer onvoldoende
7.
ruim voldoende
2.
slecht
6.
voldoende
1.
zeer slecht
- 4.
Komen de examinator en de gecommitteerden niet tot overeenstemming dan wordt het cijfer voor het schriftelijke danwel mondelinge examen bepaald op rekenkundig gemiddelde van het door de examinator en het door de gecommitteerde voorgestelde cijfer.
- 5.
De examinator vult de examencijfers in op een lijst van cijfers. De examinator en de gecommitteerde ondertekenen de lijst. De examinator levert de lijst tegelijk met de uitwerkingen van de schriftelijke examens, het exemplaar van de opgaven en de standaarduitwerking terstond daarna in bij de secretaris van de examencommissie.
Deze vergewist zich ervan dat de lijst deugdelijk is ondertekend. De secretaris van de examencommissie draagt zorg voor de bewaring van de examenuitwerkingen. Na afloop van de laatste vergadering van de examencommissie stelt de secretaris de uitwerkingen ter archivering aan de cursusleider ter hand. De uitwerkingen worden minimaal gedurende een jaar bewaard.
- 6.
De cijfers voor de mondeling en schriftelijke examens en het eindcijfer worden op een door of namens de voorzitter van de examencommissie belegde vergadering officieel vastgesteld en zo spoedig mogelijk aan de kandidaten meegedeeld.
- 7.
Kandidaten hebben het recht in aanwezigheid van de examinator de door hen gemaakte uitwerkingen in te zien.
Een daartoe strekkend verzoek dient schriftelijk ingediend te worden bij de secretaris van de examencommissie.
Artikel 7
Voor de verschillende examenonderdelen geldt de volgende tijdsduur:
Schriftelijk | Mondeling | |
---|---|---|
Algemene vorming | 2 uur | – |
Nederlandse taal | 2 uur | – |
Correspondentie en rapportage | 2 uur | – |
Privaatrecht | 2 uur | 20 min |
Belastingrecht | 5 uur | 40 min |
Boekhouden | 3 uur | – |
Voortgezet boekhouden | 3 uur | – |
Economie | 2 uur | – |
Controletechniek | 5 uur | 40 min |
Artikel 8
Geslaagd is de kandidaat die:
- a.
een voldoende heeft voor de vakken Belastingrecht en Controletechniek en
- b.
voor de vakken belastingrecht, boekhouden en Controletechniek in totaal tenminste 18 punten heeft behaald en
- c.
voor alle negen vakken in totaal tenminste 53 punten heeft behaald en
- d.
voor niet meer dan drie vakken van de negen een cijfer lager dan een zes heeft behaald.
Artikel 9
- 1.
De cursist die niet tenminste een zes (6) haalt voor een examen, wordt in de gelegenheid gesteld een herexamen af te leggen.
- 2.
Een herexamen wordt binnen zes maanden na de examendatum afgenomen.
- 3.
Het hoogste van de cijfers toegekend bij examen en herexamen, wordt als examencijfer vastgesteld.
Artikel 10
- 1.
Nadat de examencijfers zijn vastgesteld, worden deze door of namens de voorzitter van de examencommissie aan de cursisten medegedeeld.
- 2.
Aan elke cursist wordt een lijst verstrekt waarop de eindcijfers staan vermeld alsmede de uitslag van het examen.
- 3.
Aan elke geslaagde cursist wordt en getuigschrift uitgereikt.
- 4.
Getuigschriften en eindcijferslijsten worden getekend door de voorzitter en de secretaris van de examencommissie.
Artikel 11
In die gevallen waarvoor dit reglement geen voorschriften bevat beslist de examencommissie.