Einde inhoudsopgave
Faillissementswet
Artikel 63c [Bodembeslag]
Geldend
Geldend vanaf 01-12-2005
- Redactionele toelichting
Tekstplaatsing met aanpassing van de spelling en nummering van de leden. Bij de tekstplaatsing is in lid 1 het woord 'Ontvanger' vervangen door 'ontvanger'.
- Bronpublicatie:
24-11-2005, Stb. 2005, 600 (uitgifte: 01-01-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-12-2005
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-11-2005, Stb. 2005, 600 (uitgifte: 01-01-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
1.
Tijdens de afkoelingsperiode kan de Ontvanger die een beslag heeft gelegd als bedoeld in artikel 22, derde lid, Invorderingswet 1990, niet tot uitwinning overgaan, tenzij de rechter-commissaris anders beslist.
2.
Een beslag als bedoeld in artikel 22, derde lid, van de Invorderingswet 1990 dat tijdens de afkoelingsperiode wordt gelegd op een zaak die zich op de bodem van de gefailleerde bevindt en die niet aan hem toebehoort, kan niet worden tegengeworpen aan de eigenaar van de zaak of, als daarop een pandrecht van een ander rust, aan die ander, indien deze voordat het beslag was gelegd bij deurwaardersexploot aanspraak heeft gemaakt op afgifte van de zaak.