Einde inhoudsopgave
Wetboek van Strafvordering
Artikel 396 [Schriftelijk vonnis. Uitspraaktermijn]
Geldend
Geldend vanaf 15-05-1998
- Bronpublicatie:
26-09-1996, Stb. 1996, 487 jo Stb. 1998, 250 (uitgifte: 01-01-1998, kamerstukken: 24219)
26-09-1996, Stb. 1996, 487 jo Stb. 1998, 250 (uitgifte: 01-01-1996, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 23989 Overheid.nl: 23989)
- Inwerkingtreding
15-05-1998
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-05-1998, Stb. 1998, 251 (uitgifte: 01-01-1998, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
1.
De kantonrechter is bevoegd een schriftelijk vonnis te wijzen. Op vordering van de officier van justitie of op verzoek van de verdachte of zijn raadsman of van de benadeelde partij is hij daartoe verplicht, tenzij naar zijn oordeel daarmee geen redelijk belang is gediend.
2.
De uitspraak mag alsdan in geen geval later plaatsvinden dan op de veertiende dag na sluiting van het onderzoek.
3.
Artikel 345, laatste lid, is van overeenkomstige toepassing.