Einde inhoudsopgave
Vreemdelingenbesluit 2000
Artikel 3.58 [Geldigheidsduur verblijfsvergunning]
Geldend
Geldend vanaf 12-06-2024
- Bronpublicatie:
03-06-2024, Stb. 2024, 150 (uitgifte: 11-06-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
12-06-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-06-2024, Stb. 2024, 150 (uitgifte: 11-06-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Verblijf
Vreemdelingenrecht (V)
1.
Een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd voor een verblijfsdoel als bedoeld in kolom I kan in eerste instantie worden verleend voor de geldigheidsduur, bedoeld in kolom II, en kan worden verlengd, voor zover dat is bepaald in kolom III.
I. Verblijfsdoel | II. Geldigheidsduur | III. Verlengbaar |
---|---|---|
a. ‘Verblijf als familie- of gezinslid’ | Voor de duur van het verblijfsrecht of de geprivilegieerde status van de hoofdpersoon, maar niet langer dan vijf jaar | Telkens met ten hoogste vijf jaar |
b. ‘Verblijf als economisch niet-actieve langdurig ingezetene’ | Ten hoogste vijf jaar | Telkens met ten hoogste vijf jaar |
c. ‘Arbeid als zelfstandige’ | Ten hoogste twee jaar of voor ten hoogste één jaar indien de verblijfsvergunning is verleend op grond van artikel 3.30, zesde lid | Telkens met ten hoogste vijf jaar, maar niet verlengbaar na één jaar indien de verlenging wordt gebaseerd op artikel 3.30, zesde lid |
d. ‘Arbeid als kennismigrant’ | De duur van de arbeidsovereenkomst, aanstelling, gastovereenkomst of werkzaamheden, maar niet langer dan vijf jaar | Telkens met ten hoogste vijf jaar |
e. ‘Verblijf als houder van de Europese blauwe kaart’ | De duur van de arbeidsovereenkomst, bedoeld in artikel 3.30b, eerste lid, onder a, aangevuld met drie maanden, maar tezamen niet langer dan vijf jaar | Telkens met ten hoogste vijf jaar |
f. ‘Seizoenarbeid’ | Ten hoogste 24 weken | Niet verlengbaar na 24 weken |
g. ‘Overplaatsing binnen een onderneming’ | Ten hoogste drie jaar in geval van een leidinggevende of specialist en ten hoogste een jaar in geval van een trainee-werknemer, met aftrek van eerder verblijf in andere lidstaten in geval van mobiliteit | Niet verlengbaar na drie jaar in geval van een leidinggevende of specialist en niet verlengbaar na één jaar in geval van een trainee-werknemer, met aftrek van eerder verblijf in andere lidstaten in geval van mobiliteit |
h. ‘Arbeid in loondienst’ | Ten hoogste: – drie jaar, of – vijf jaar, indien de vreemdeling gedurende een ononderbroken tijdvak van vijf jaar heeft beschikt over een voor het verrichten van arbeid geldige verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 14 van de Vreemdelingenwet 2000 en nadien zijn hoofdverblijf niet buiten Nederland heeft gevestigd | Telkens verlengbaar voor ten hoogste: – drie jaar, of – vijf jaar, indien de vreemdeling vrij is op de arbeidsmarkt of een verdrag daartoe verplicht |
i. ‘Grensoverschrijdende dienstverlening’ | De duur van de werkzaamheden als vermeld in de krachtens artikel 2a, tweede lid, van de Wet arbeid vreemdelingen in samenhang met artikel 11 van het Besluit arbeidsvoorwaarden gedetacheerde werknemers in de Europese Unie door de dienstverrichter verstrekte verklaring, met een maximum van twee jaar | Niet verlengbaar na twee jaar |
j. ‘Onderzoek in de zin van richtlijn (EU) 2016/801’ | De duur van de arbeidsovereenkomst, aanstelling, gastovereenkomst of werkzaamheden, maar niet langer dan vijf jaar | Telkens met ten hoogste vijf jaar |
k. ‘Lerend werken’ | Ten hoogste één jaar | Niet verlengbaar na één jaar |
l. ‘Arbeid als niet-geprivilegieerd militair of niet-geprivilegieerd burgerpersoneel’ | De duur van de arbeidsovereenkomst, aanstelling, gastovereenkomst of werkzaamheden, maar niet langer dan vijf jaar | Telkens met ten hoogste vijf jaar |
m. ‘Studie’ | De duur van de studie met inbegrip van de voorbereiding daarop en de afronding daarvan, maar niet langer dan vijf jaar | Telkens met ten hoogste vijf jaar |
n. ‘Het zoeken naar en verrichten van arbeid al dan niet in loondienst’ | Ten hoogste één jaar, en, indien het de vergunning, bedoeld in artikel 3.31b, betreft, zoveel langer als de vreemdeling wegens het ontbreken van een verblijfsvergunning geen toegang tot de arbeidsmarkt had | Niet verlengbaar na één jaar |
o. ‘Uitwisseling, al dan niet in het kader van een verdrag’ | Ten hoogste één jaar | Niet verlengbaar na één jaar |
p. ‘Medische behandeling’ | Ten hoogste één jaar of voor vijf jaar, indien de medische behandeling naar het oordeel van Onze Minister blijvend aan Nederland gebonden is | Telkens met ten hoogste één jaar |
q. ‘Tijdelijke humanitaire gronden’ | Ten hoogste één jaar | Telkens met ten hoogste één jaar |
r. ‘Het afwachten van een verzoek op grond van artikel 17 van de Rijkswet op het Nederlanderschap’ | Ten hoogste één jaar | Telkens met ten hoogste één jaar |
s. ‘Niet-tijdelijke humanitaire gronden’ | Ten hoogste vijf jaar | Telkens met ten hoogste vijf jaar |
2.
In afwijking van het eerste lid, onder q, kan de verblijfsvergunning onder een beperking verband houdend met tijdelijke humanitaire gronden worden verleend voor de duur van vijf jaar aan de alleenstaande minderjarige vreemdeling:
- a.
die jonger was dan vijftien jaar ten tijde van de eerste verblijfsaanvraag in Nederland, en
- b.
voor wie naar het oordeel van Onze Minister, naar plaatselijke maatstaven gemeten, adequate opvang ontbreekt in het land van herkomst of een ander land waar hij redelijkerwijs naar toe kan gaan, dan wel deze adequate opvang buiten zijn schuld niet gerealiseerd kan worden binnen drie jaar na de eerste verblijfsaanvraag.
3.
In afwijking van het eerste lid, onder o en p, kan de verblijfsvergunning onder een beperking verband houdend met medische behandeling onderscheidenlijk tijdelijke humanitaire gronden worden verleend of verlengd voor een langere geldigheidsduur dan één jaar indien tussen de aanvraag en de beschikking ten minste één jaar verstreken is. In dat geval bedraagt de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning de periode tussen de aanvraag en de beschikking, aangevuld met één jaar.