Einde inhoudsopgave
Kaderbesluit BZK-subsidies
Artikel 7
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2013
- Bronpublicatie:
30-05-2013, Stb. 2013, 211 (uitgifte: 14-06-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-06-2013, Stb. 2013, 249 (uitgifte: 28-06-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
1.
Indien in het kader van de berekening van de hoogte van de subsidiabele kosten uurtarieven worden gehanteerd, worden deze door de aanvrager berekend aan de hand van één of meer in het tweede lid genoemde standaardberekeningswijzen.
2.
Als standaardberekeningswijzen voor de berekening van uurtarieven worden gehanteerd:
- 1.
berekening op basis van integrale kosten;
- 2.
berekening op basis van kosten per kostendrager vermeerderd met een forfaitair vastgestelde opslag voor indirecte kosten; of
- 3.
een forfaitair vastgesteld uurtarief.
3.
Bij ministeriële regeling wordt bepaald welke van de in het tweede lid genoemde standaardberekeningswijzen in dat geval van toepassing is.
4.
Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld over de toepassing van de standaardberekeningswijzen genoemd in het tweede lid.