Einde inhoudsopgave
Binnenvaartwet
Artikel 35a
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2021
- Bronpublicatie:
04-11-2020, Stb. 2020, 455 (uitgifte: 18-11-2020, kamerstukken: 35319)
- Inwerkingtreding
01-01-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-12-2020, Stb. 2020, 556 (uitgifte: 24-12-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Binnenvaart
1.
Onze Minister houdt een register bij van:
- a.
ontzeggingen van de vaarbevoegdheid als bedoeld in artikel 35b van de Scheepvaartverkeerswet;
- b.
vaarbewijzen of bewijzen van vrijstelling of ontheffing als bedoeld in artikel 31, die:
- 1°
zijn ingeleverd of ingevorderd ingevolge de artikelen 35a, 35b of 35c van de Scheepvaartverkeerswet, of
- 2°
ongeldig zijn verklaard.
2.
Het verwerken van gegevens als bedoeld in het eerste lid, geschiedt voor de volgende doeleinden:
- a.
een goede en adequate uitvoering van deze wet, voor zover het gaat om de ontzegging van de vaarbevoegdheid en de ongeldigverklaring van vaardocumenten, bedoeld in artikel 25, vijfde lid;
- b.
de handhaving van bij of krachtens deze wet vastgestelde voorschriften, voor zover het gaat om ontzegging van de vaarbevoegdheid en de ongeldigverklaring van vaardocumenten, bedoeld in artikel 25, vijfde lid.
3.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld omtrent de inrichting en het beheer van het register. Deze regels betreffen in ieder geval:
- a.
de periode gedurende welke de gegevens worden bewaard;
- b.
de verbetering, aanvulling of verwijdering van gegevens, al dan niet op verzoek van betrokkene;
- c.
de ontvangers of categorieën van ontvangers aan wie de gegevens kunnen worden verstrekt;
- d.
de voorgenomen doorgiften van gegevens naar landen buiten de Europese Unie.