Einde inhoudsopgave
Vreemdelingenbesluit 2000
Artikel 4.28 [Geen aantekening]
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2001
- Redactionele toelichting
Dit besluit treedt tegelijk in werking met de Vreemdelingenwet 2000 (23-11-2000, Stb. 495).
- Bronpublicatie:
23-11-2000, Stb. 2000, 497 (uitgifte: 07-12-2000, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-04-2001
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-03-2001, Stb. 2001, 144 (uitgifte: 01-01-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Grensbewaking
Vreemdelingenrecht (V)
1.
De ambtenaren belast met de grensbewaking, stellen in het reis- of identiteitspapier van een vreemdeling een aantekening als bedoeld in artikel 4.24, eerste lid, onder g, indien zij vermoeden dat de vreemdeling zal trachten zich andermaal naar Nederland te begeven zonder te voldoen aan de vereisten voor toegang tot Nederland. Een zodanige aantekening wordt niet gesteld indien het vertrek, de uitzetting of de doorreis van de vreemdeling door of diens toegang tot een derde land daardoor wordt bemoeilijkt.
2.
Uit de aantekening, bedoeld in het eerste lid, blijkt het vertrek of de uitzetting van de vreemdeling, met vermelding van de datum en zo nodig de reden van het vertrek of de uitzetting.