Einde inhoudsopgave
Wet overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen
Artikel 38 [Toezicht]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2015
- Bronpublicatie:
25-06-2014, Stb. 2014, 240 (uitgifte: 02-07-2014, kamerstukken: 33742)
- Inwerkingtreding
01-01-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-11-2014, Stb. 2014, 463 (uitgifte: 04-12-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Buitenlandse Zaken
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Overdracht en overname strafvervolging
1.
Indien de officier van justitie, aan wie op de voet van het bepaalde in artikel 15 een verzoek in handen is gesteld tot overneming van de uitoefening van toezicht op de naleving van voorwaarden, in een vreemde staat aan de veroordeelde opgelegd, van oordeel is dat het geheel of gedeeltelijk niet voor inwilliging vatbaar is of dat aanleiding bestaat gebruik te maken van een der in het toepasselijke verdrag omschreven gronden tot weigering, brengt hij dit oordeel onverwijld vergezeld van zijn advies ter kennis van Onze Minister, die daaromtrent beslist.
2.
Indien aan het verzoek geheel of gedeeltelijk gevolg wordt gegeven, wordt de kennisgeving van dit besluit aan de veroordeelde in persoon betekend. Van zijn beslissing geeft de officier van justitie bericht aan Onze Minister.