Einde inhoudsopgave
Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst
§ 14 Verhoor
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2016
- Redactionele toelichting
De datum van afkondiging is gecorrigeerd via een rectificatie (01-07-2016).
- Bronpublicatie:
28-06-2016, Stcrt. 2016, 34921 (uitgifte: 30-06-2016, regelingnummer: BLKB2016/695M)
- Inwerkingtreding
01-07-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-06-2016, Stcrt. 2016, 34921 (uitgifte: 30-06-2016, regelingnummer: BLKB2016/695M)
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Boete
1
Belanghebbende is tijdens het verhoor niet tot antwoorden verplicht (artikel 5:10a van de Awb). Hij dient voor de aanvang van het verhoor hierop te worden gewezen (cautie).
2
De inspecteur maakt na afloop van het verhoor een verslag.
3
Het verslag van het verhoor bevat de volgende gegevens:
- —
datum, tijdstip en plaats van verhoor;
- —
naam van de verhoorde;
- —
naam of namen van degene(n) die verhoort/verhoren;
- —
indien bijstand aanwezig is, de namen en hoedanigheden van degenen die bijstand verlenen;
- —
indien een tolk aanwezig is, de naam van de tolk en de gebruikte taal;
- —
de melding van het geven van de cautie;
- —
doel van het verhoor;
- —
verklaring(en) van de verhoorde afgelegd tijdens het verhoor;
- —
handtekening van degene(n) die verhoort/verhoren.
4
Belanghebbende krijgt een afschrift van het verslag.