Einde inhoudsopgave
Besluit digitale stukken Strafvordering
Artikel 2 [reikwijdte]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2020
- Bronpublicatie:
18-12-2019, Stb. 2019, 506 (uitgifte: 24-12-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-12-2019, Stb. 2019, 507 (uitgifte: 24-12-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Voorfase
Informatierecht / ICT
1.
Onze Minister wijst een elektronische voorziening aan ten behoeve van:
- a.
de indiening van de volgende stukken:
- 1°
het klaagschrift, bedoeld in artikel 12a, eerste lid, van de wet;
- 2°
een verzoek als bedoeld in artikel 36a, van de wet;
- 3°
een verzoek als bedoeld in artikel 51a, vijfde lid, van de wet;
- 4°
de aangifte of klachte, bedoeld in de artikelen 163, eerste lid, en 164, eerste lid, van de wet, voor zover deze feiten betreft die zijn opgenomen in de elektronische voorziening;
- 5°
het verzet, bedoeld in artikel 257e, van de wet;
- 6°
een schriftuur als bedoeld in de artikelen 410, eerste lid, 437, tweede en derde lid, 438, tweede lid, onderdelen a en b, en 439, vijfde lid, van de wet;
- 7°
een volmacht als bedoeld in artikel 450, derde lid, van de wet;
- 8°
een klaagschrift als bedoeld in de artikelen 552a, derde lid, 552ab, tweede lid, en 552b, tweede lid van de wet, en
- 9°
een verzoek als bedoeld in artikel 49 van de Wet op de economische delicten;
- b.
de toezending van berichten van ontvangst en kennisgevingen van de indiening van stukken, bedoeld in onderdeel a;
- c.
de kennisneming van processtukken en de verstrekking van afschriften van processtukken, bedoeld in de artikelen 30 tot en met 32 en 51b van de wet, voor zover betrokkene daartoe ingevolgde[lees: ingevolge] de wet bevoegd is, of
- d.
de betekening en kennisgeving van gerechtelijke mededelingen, bedoeld in artikel 36b, tweede en derde lid, van de wet.
2.
Stukken en berichten kunnen ook met behulp van een elektronische voorziening worden ingediend indien van deze mogelijkheid voor het desbetreffende gerecht blijkt uit een voor dat gerecht vastgesteld procesreglement.
3.
Berichten van ontvangst en kennisgevingen kunnen ook via een internet- of telefoniedienst worden verzonden aan de rechtstreeks belanghebbende en bevatten niet meer gegevens dan noodzakelijk.
4.
Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld over de wijze waarop stukken worden overgedragen door de elektronische voorziening. Tevens kunnen eisen worden gesteld waaraan de stukken dienen te voldoen die worden overgedragen door de elektronische voorziening.