Einde inhoudsopgave
Besluit administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften
Artikel 2 [Bevoegde ambtenaar]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2013
- Bronpublicatie:
30-11-2012, Stb. 2012, 615 (uitgifte: 07-12-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-11-2012, Stb. 2012, 615 (uitgifte: 07-12-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Handhaving verkeersvoorschriften
1.
Met het toezicht op de naleving, bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de wet zijn belast:
- a.
de ambtenaren van politie, bedoeld in artikel 141, aanhef en onder b, van het Wetboek van Strafvordering;
- b.
de ambtenaren die een basisopleiding volgen aan een onderwijsinstelling, ressorterend onder het Landelijk selectie- en opleidingsinstituut politie, uitsluitend gedurende hun praktijkstage bij de politie; en
- c.
de militairen van de Koninklijke marechaussee, bedoeld in artikel 141, aanhef en onderdeel c, van het Wetboek van Strafvordering.
2.
Met het toezicht op de naleving, bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de wet zijn mede belast:
- a.
de buitengewoon opsporingsambtenaren, bedoeld in artikel 142, eerste lid, onder a en b, van het Wetboek van Strafvordering, voor zover deze ambtenaren krachtens de akte of aanwijzing, de bevoegdheid hebben tot het opsporen van alle strafbare feiten, dan wel tot het opsporen van de bij of krachtens de Wegenverkeerswet 1994, de Provinciewet of de Gemeentewet strafbaar gestelde feiten;
- b.
de buitengewoon opsporingsambtenaren, bedoeld in artikel 142, eerste lid, onder c, van het Wetboek van Strafvordering, voor zover die ambtenaren bij of krachtens de Wegenverkeerswet 1994, de Provinciewet of de Gemeentewet worden aangewezen voor de opsporing van de bij of krachtens die wetten strafbaar gestelde feiten, dan wel voor het toezicht op de naleving van de in artikel 2, eerste lid, van de wet bedoelde voorschriften.