Einde inhoudsopgave
Burgerlijk Wetboek Boek 4
Artikel 118 [Met legaat belaste persoon geen erfgenaam]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2003
- Redactionele toelichting
Bij de tekstplaatsing zijn de verwijzingen in de artikelen vernummerd. Voorheen art. 4.2.2 van de Wet tot vaststelling van Boek 4 van het nieuwe Burgerlijk Wetboek.
- Bronpublicatie:
16-08-2002, Stb. 2002, 430 (uitgifte: 01-01-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-08-2002, Stb. 2002, 430 (uitgifte: 01-01-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Erfrecht / Testamenten
1.
Is een bepaalde persoon die als erfgenaam met een legaat is belast, niet erfgenaam geworden of is zijn erfrecht vervallen, en voorziet de uiterste wil hierin niet, dan rust de hem opgelegde verplichting, tenzij uit haar aard iets anders voortvloeit, op degenen aan wie zijn erfdeel toevalt; zij kunnen echter volstaan met uitkering aan de legataris van hetgeen zij in de plaats van de belaste persoon uit de nalatenschap genieten of van de waarde daarvan.
2.
Is een met een sublegaat belaste persoon niet legataris geworden of is zijn recht uit het hem gemaakte legaat vervallen, en voorziet de uiterste wil hierin niet, dan rust de hem opgelegde verplichting, tenzij uit haar aard iets anders voortvloeit, op degenen die met het hem gemaakte legaat waren belast; zij kunnen echter volstaan met voldoening aan de sublegataris van het aan de belaste persoon gelegateerde of van de waarde daarvan.