Warenwetbesluit nieuwe voedingsmiddelen en genetisch gemodificeerde levensmiddelen
Artikel 3
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2018
- Bronpublicatie:
14-11-2017, Stb. 2017, 434 (uitgifte: 24-11-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-11-2017, Stb. 2017, 434 (uitgifte: 24-11-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
1.
De raadpleging, bedoeld in artikel 4, tweede lid, van verordening (EU) 2015/2283, geschiedt bij Onze Minister, volgens de procedurele stappen, bedoeld in artikel 4, vierde lid, van verordening (EU) 2015/2283.
2.
Onze Minister neemt een besluit over het al dan niet binnen het toepassingsgebied van verordening (EU) 2015/2283 vallen van een levensmiddel als bedoeld in het eerste lid.
3.
De bevoegde instantie, bedoeld in hoofdstuk II van verordening (EG) 1829/2003, is Onze Minister.
4.
Onze Minister kan nadere regels stellen inzake het eerste en tweede lid, voor zover die noodzakelijk zijn voor de goede uitvoering van de bij of krachtens verordening (EU) 2015/2283 gestelde voorschriften.