Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2001/83/EG tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor menselijk gebruik
Artikel 96
Geldend
Geldend vanaf 20-05-2004
- Bronpublicatie:
31-03-2004, PbEU 2004, L 136 (uitgifte: 01-01-2004, regelingnummer: 2004/27/EG)
- Inwerkingtreding
20-05-2004
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-03-2004, PbEU 2004, L 136 (uitgifte: 01-01-2004, regelingnummer: 2004/27/EG)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Vervoersrecht / Algemeen
1.
Gratis monsters mogen aan personen die gerechtigd zijn om geneesmiddelen voor te schrijven, alleen bij uitzondering en onder de volgende voorwaarden worden verstrekt:
- a)
het aantal monsters voor elk geneesmiddel per jaar en per persoon die mag voorschrijven dient beperkt te zijn;
- b)
aan elke levering van monsters moet een schriftelijk, gedateerd en ondertekend verzoek van de persoon die mag voorschrijven, vooraf zijn gegaan;
- c)
degene die de monsters levert moet hiervoor een passend controlesysteem hebben en is terzake verantwoording schuldig;
- d)
elk monster mag niet groter zijn dan de kleinste verpakking die in de handel is;
- e)
op elk monster moet de vermelding ‘gratis medisch monster — mag niet worden verkocht’ of enige andere vermelding met een overeenkomstige betekenis voorkomen;
- f)
bij elk monster moet een exemplaar van de samenvatting van de kenmerken van het product zijn gevoegd;
- g)
van geneesmiddelen die psychotrope stoffen of verdovende middelen in de zin van de internationale verdragen, zoals die van de Verenigde Naties van 1961 en 1971 bevatten, mag geen enkel monster worden afgeleverd.
2.
De lidstaten kunnen de verspreiding van monsters van bepaalde geneesmiddelen verder beperken.