Einde inhoudsopgave
Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
Artikel 10.39 Voorzieningen en scholing
Geldend
Geldend vanaf 19-09-2018. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-09-2017
- Bronpublicatie:
15-06-2018, Stb. 2018, 209 (uitgifte: 05-07-2018, kamerstukken: 34735)
- Inwerkingtreding
19-09-2018, terugwerkend tot: 01-09-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-08-2018, Stb. 2018, 313 (uitgifte: 18-09-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
1.
Het instellingsbestuur staat de medezeggenschapsraad het gebruik toe van de voorzieningen waarover het kan beschikken, en die de raad voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijs nodig heeft waaronder in ieder geval worden verstaan ambtelijke, financiële en juridische ondersteuning en scholing. Het instellingsbestuur stelt de medezeggenschapsraad in de gelegenheid zoveel mogelijk tijdens werktijd te vergaderen.
2.
Het instellingsbestuur stelt de leden van de medezeggenschapsraad een scholingsbudget ter beschikking, dat wordt vastgesteld door het instellingsbestuur en de raad gezamenlijk. Het personeel van de hogeschool wordt in de gelegenheid gesteld deze scholing in werktijd en met behoud van salaris te ontvangen.
3.
Het eerste en tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing op deelraden en opleidingscommissies.