Einde inhoudsopgave
Wet milieubeheer
Artikel 9.7.5.6 [Sparen brandstofeenheden]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2022
- Bronpublicatie:
30-06-2021, Stb. 2021, 334 (uitgifte: 14-07-2021, kamerstukken: 35626)
- Inwerkingtreding
01-01-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-2021, Stb. 2021, 620 (uitgifte: 23-12-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Energie
1.
Van het aantal per soort hernieuwbare brandstofeenheden op 1 meivan enig kalenderjaar op de rekening van een leverancier tot eindverbruik nadat het bestuur van de emissieautoriteit toepassing heeft gegeven aan artikel 9.7.2.5, eerste lid, onderdeel b, een inboeker of een onderneming als bedoeld in artikel 9.7.5.3. derde lid, wordt een gedeelte gespaard ten behoeve van het direct daaropvolgende kalenderjaar.
2.
Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld omtrent het gedeelte, bedoeld in het eerste lid, en de volgorde waarin de soort hernieuwbare brandstofeenheden gespaard worden. Voor de leverancier tot eindverbruik, de inboeker of de onderneming, bedoeld in artikel 9.7.5.3, derde lid, kunnen verschillende regels worden vastgesteld omtrent het gedeelte, bedoeld in het eerste lid.
3.
In afwijking van het eerste lid kunnen bij of krachtens algemene maatregel van bestuur regels worden gesteld over het gedeelte dat gespaard kan worden ten behoeve van enig ander kalenderjaar dan het direct daaropvolgende kalenderjaar.
4.
De hernieuwbare brandstofeenheden die niet worden gespaard, vervallen van rechtswege.