Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsregeling belastingen op milieugrondslag
Artikel 8b
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2020
- Bronpublicatie:
18-12-2019, Stcrt. 2019, 69810 (uitgifte: 30-12-2019, regelingnummer: 2019-0000199975)
- Inwerkingtreding
01-01-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-12-2019, Stcrt. 2019, 69810 (uitgifte: 30-12-2019, regelingnummer: 2019-0000199975)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Algemeen
Milieubelastingen / Algemeen
Milieubelastingen / Afvalstoffenbelasting
1.
De verklaring, bedoeld in artikel 11c, tweede lid, van het besluit wordt uiterlijk twee werkdagen voorafgaand aan de afgifte ter verwijdering aan de houder van de inrichting overgelegd.
2.
De verklaring wordt ondertekend door een daartoe bevoegde procuratiehouder van het gecertificeerd asbestverwijderingsbedrijf, bedoeld in artikel 11c, eerste lid, onderdeel a, van het besluit, en bevat ten minste:
- a.
de dagtekening;
- b.
de naam, het adres en het certificeringsnummer van het gecertificeerd asbestverwerkingsbedrijf, bedoeld in artikel 1, tweede lid, onderdeel g, van het besluit;
- c.
het nummer dan wel de nummers van de sloopmelding in het landelijk asbestvolgsysteem, bedoeld in artikel 1, tweede lid, onderdeel h, van het besluit;
- d.
het adres van het gesaneerde dak dan wel de gesaneerde daken waarvan het onvermengd asbest en de asbesthoudende producten afkomstig zijn; en
- e.
de verklaring dat het asbest en de asbesthoudende producten die ter verwijdering aan de inrichting worden afgegeven voldoen aan de voorwaarden en beperkingen, genoemd in artikel 11c, eerste lid, van het besluit.
3.
De houder van de inrichting vermeldt uiterlijk bij de afgifte ter verwijdering op de verklaring het afvalstroomnummer, bedoeld in artikel 9, eerste lid, van het Besluit melden bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen.