Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 987/2009 tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EG) nr. 883/2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels
Artikel 36 Procedure bij blootstelling aan het risico van een beroepsziekte in meer dan één lidstaat
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2010
- Bronpublicatie:
16-09-2009, PbEU 2009, L 284 (uitgifte: 30-10-2009, regelingnummer: 987/2009)
- Inwerkingtreding
01-05-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-09-2009, PbEU 2009, L 284 (uitgifte: 30-10-2009, regelingnummer: 987/2009)
- Vakgebied(en)
Internationale sociale zekerheid / Algemeen
1.
In het geval bedoeld in artikel 38 van de basisverordening wordt de aangifte of kennisgeving van de beroepsziekte doorgezonden aan het voor beroepsziekten bevoegde orgaan van de lidstaat onder de wetgeving waarvan de betrokkene werkzaamheden heeft verricht waardoor die beroepsziekte kon ontstaan.
Indien het orgaan waaraan de aangifte of kennisgeving was toegezonden, vaststelt dat werkzaamheden waardoor de betrokken beroepsziekte kon ontstaan, het laatst onder de wetgeving van een andere lidstaat zijn uitgeoefend, zendt het de aangifte of kennisgeving en alle daarbij gevoegde stukken aan het overeenkomstige orgaan van deze lidstaat door.
2.
Indien het orgaan van de lidstaat onder de wetgeving waarvan de betrokkene laatstelijk een werkzaamheid heeft uitgeoefend waardoor de betrokken beroepsziekte kan ontstaan, vaststelt dat de betrokkene of zijn nabestaanden niet voldoen aan de voorwaarden van deze wetgeving, bijvoorbeeld omdat de betrokkene in de betreffende lidstaat nooit een werkzaamheid heeft uitgeoefend die de beroepsziekte veroorzaakt heeft of omdat de betreffende lidstaat de ziekte niet als beroepszieke erkent, zendt dat orgaan de aangifte of kennisgeving en alle daarbij behorende bescheiden, met inbegrip van de bevindingen en verslagen van het geneeskundig onderzoek dat door dit orgaan is verricht, onverwijld door aan het orgaan van de lidstaat onder de wetgeving waarvan de getroffene voordien een werkzaamheid heeft verricht waardoor de betrokken beroepsziekte kan ontstaan.
3.
Zo nodig kan door de organen de in lid 2 vastgelegde procedure worden hernomen, waarbij wordt teruggegaan tot aan het overeenkomstige orgaan van de lidstaat onder de wetgeving waarvan de betrokkene het eerst werkzaamheden heeft verricht waardoor de bedoelde beroepsziekte kan ontstaan.