Einde inhoudsopgave
Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940–1945
Artikel 33
Geldend
Geldend vanaf 01-03-2002
- Bronpublicatie:
29-11-2001, Stb. 2001, 602 (uitgifte: 01-01-2001, kamerstukken: 27898)
- Inwerkingtreding
01-03-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-11-2001, Stb. 2001, 602 (uitgifte: 01-01-2001, kamerstukken: 27898)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid ouderen / Bijzondere onderwerpen
1.
In de ten laste van het burger-oorlogsslachtoffer blijvende kosten van voorzieningen verband houdende met zijn invaliditeit, welke het gevolg is van het letsel, bedoeld in artikel 2, welke voorzieningen strekken tot verbetering van diens levensomstandigheden, kan een tegemoetkoming worden verleend.
2.
De tegemoetkoming heeft ten hoogste betrekking op de in het eerste lid bedoelde kosten in zover deze, met inachtneming van de totale financiële omstandigheden van het burger-oorlogsslachtoffer, als bijzondere kosten moeten worden aangemerkt.
3.
De tegemoetkoming in de bijzondere kosten, bedoeld in het tweede lid, wordt bepaald met inachtneming van de financiële draagkracht van het burger-oorlogsslachtoffer.
4.
Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regelen gesteld met betrekking tot de bepaling van de financiële draagkracht van het burger-oorlogsslachtoffer alsmede zo nodig met betrekking tot de aard, de duur en de wijze van verstrekking van de voorzieningen, bedoeld in het eerste lid.