Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2018/1862 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem (SIS) op het gebied van politiële en justitiële samenwerking in strafzaken, tot wijziging en intrekking van Besluit 2007/533/JBZ van de Raad en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1986/2006 van het Europees Parlement en de Raad en Besluit 2010/261/EU van de Commissie
Artikel 22 Vereisten voor de invoering van een signalering
Geldend
Geldend vanaf 27-12-2018
- Bronpublicatie:
28-11-2018, PbEU 2018, L 312 (uitgifte: 07-12-2018, regelingnummer: 2018/1862)
- Inwerkingtreding
27-12-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-11-2018, PbEU 2018, L 312 (uitgifte: 07-12-2018, regelingnummer: 2018/1862)
- Vakgebied(en)
Privacy / Internationaal gegevensverkeer
Privacy / Verwerking persoonsgegevens
Douane (V)
Internationaal strafrecht / Justitiële en politionele samenwerking
1.
De reeks gegevens die minimaal nodig is om een signalering in SIS op te nemen, bestaat uit de gegevens als bedoeld in artikel 20, lid 3, onder a), g), k), en n), behalve in situaties als bedoeld in artikel 40. De andere in dat lid bedoelde gegevens worden eveneens in SIS ingevoerd als deze beschikbaar zijn.
2.
De in artikel 20, lid 3, onder e), van deze verordening bedoelde gegevens worden uitsluitend ingevoerd indien dat strikt noodzakelijk is ter identificatie van de betrokken persoon. Wanneer dergelijke gegevens worden ingevoerd, zorgen de lidstaten ervoor dat artikel 10 van Richtlijn (EU) 2016/680 wordt nageleefd.