Einde inhoudsopgave
Besluit bijzondere akten van de burgerlijke stand
Artikel 13 [Opmaken en bewaren]
Geldend
Geldend vanaf 26-09-1997
- Bronpublicatie:
11-09-1997, Stb. 1997, 400 (uitgifte: 25-09-1997, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
26-09-1997
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-09-1997, Stb. 1997, 400 (uitgifte: 25-09-1997, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De voorlopige akten worden door de in de voorgaande artikelen genoemde personen in tweevoud opgemaakt, zorgvuldig bewaard en in volgorde van de datum van opmaken gerangschikt.
2.
Zodra daartoe de mogelijkheid bestaat wordt een exemplaar van de voorlopige akte van overlijden gezonden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand waar het overlijden heeft plaatsgevonden, of, indien het overlijden buiten Nederland heeft plaatsgevonden, van de gemeente 's-Gravenhage, en, indien het betreft een voorlopige akte van geboorte of een akte als bedoeld in artikel 13, aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de geboorteplaats. De voorlopige akte die is opgemaakt door een tot de krijgsmacht behorende persoon, wordt door tussenkomst van Onze Minister van Defensie aan de ambtenaar van de burgerlijke stand gezonden.
3.
De ambtenaar van de burgerlijke stand maakt in het desbetreffende register een akte op aan de hand van de voorlopige akte, met dien verstande dat hij gegevens die ontbreken of hem blijken onjuist te zijn, zoveel mogelijk aanvult of verbetert.