Einde inhoudsopgave
Omgevingswet
Artikel 1.2 (fysieke leefomgeving)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
23-03-2016, Stb. 2016, 156 (uitgifte: 26-04-2016, kamerstukken: 33962)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-03-2023, Stb. 2023, 89 (uitgifte: 22-03-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Veiligheid en Justitie
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Ministerie van Economische Zaken
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Omgevingswet
1.
Deze wet gaat over:
- a.
de fysieke leefomgeving, en
- b.
activiteiten die gevolgen hebben of kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving.
2.
De fysieke leefomgeving omvat in ieder geval:
- a.
bouwwerken,
- b.
infrastructuur,
- c.
watersystemen,
- d.
water,
- e.
bodem,
- f.
lucht,
- g.
landschappen,
- h.
natuur,
- i.
cultureel erfgoed,
- j.
werelderfgoed.
3.
Als gevolgen voor de fysieke leefomgeving worden in ieder geval aangemerkt gevolgen die kunnen voortvloeien uit:
- a.
het wijzigen van onderdelen van de fysieke leefomgeving of het gebruik daarvan,
- b.
het gebruik van natuurlijke hulpbronnen,
- c.
activiteiten waardoor emissies, hinder of risico’s worden veroorzaakt,
- d.
het nalaten van activiteiten.
4.
Als gevolgen voor de fysieke leefomgeving worden ook aangemerkt gevolgen voor de mens, voor zover deze wordt of kan worden beïnvloed door of via onderdelen van de fysieke leefomgeving.