Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsbesluit Successiewet 1956
Artikel 7 [Waarde periodieke uitkering in geld langstlevende]
Geldend
Geldend vanaf 01-08-1956
- Bronpublicatie:
20-07-1956, Stb. 1956, 407 (uitgifte: 24-07-1956, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-08-1956
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-06-1956, Stb. 1956, 362 (uitgifte: 06-07-1956, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Schenk- en erfbelasting / Algemeen
Schenk- en erfbelasting / Erfbelasting
1.
Een periodieke uitkering in geld, vervallende bij het overlijden van de langstlevende van twee of meer personen, wordt gelijkgesteld met een periodieke uitkering, afhankelijk van het leven van iemand, die vijf jaren jonger is dan de jongste van de vorenbedoelde personen.
2.
Een periodieke uitkering in geld, vervallende bij het overlijden van de eerststervende van twee of meer personen, wordt gelijkgesteld met een periodieke uitkering, afhankelijk van het leven van iemand, die vijf jaren ouder is dan de oudste van de vorenbedoelde personen.