Ministry of Foreign Affairs
The Hague
Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake sociale zekerheid tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Socialistische Federatieve Republiek Joegoslavië
Geldend
Geldend vanaf 01-04-1979
Het Maandbericht van oktober 1998 is verwerkt.
11-05-1977, Trb. 1977, 156 (uitgifte: 07-11-1977, kamerstukken/regelingnummer: -)
01-04-1979
01-03-1979, Trb. 1979, 32 (uitgifte: 01-01-1979, kamerstukken/regelingnummer: -)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Internationale sociale zekerheid / Algemeen
Trb. 1977, 156
Trb. 1977, 157
Trb. 1978, 52
Trb. 1979, 32
Trb. 1979, 33
Trb. 1987, 181
Trb. 2002, 182
Trb. 2002, 183
Trb. 2003, 65
Trb. 2007, 53
Trb. 2007, 54
Trb. 2007, 86
Trb. 2007, 87
Trb. 2008, 167
Partij | Datum inwerkingtreding | Voorbehoud |
---|---|---|
het Koninkrijk der Nederlanden (het Europese deel van Nederland) | 01-04-1979 | |
Joegoslavië | 01-04-1979 |
1 | De Regeringen van het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Slovenië hebben op 31-07-1992 een verklaring afgelegd waarin werd herbevestigd de voortgezette toepassing van bilaterale verdragen tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de voormalige Socialistische Federatieve Republiek Joegoslavië, waaronder dit Verdrag tenzij uit het Verdrag blijkt of andere wijze wordt vastgesteld dat de toepassing van het Verdrag de voorwaarden voor het in werking zijn van het Verdrag volkomen zou veranderen of tenzij beide Staten anderszins overeenkomen. Ingevolge artikel 48 van het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Slovenië inzake sociale zekerheid van 22-03-2000 is dit Verdrag vanaf 01-05-2003 niet langer van kracht tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Slovenië. De Regeringen van het Koninkrijk der Nederlanden en De Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië hebben op 11-07-1994 nota's gewisseld waarin werd herbevestigd de voortgezette toepassing van bilaterale verdagen tussen het Koninkrijk der Nederlanden de voormalige Socialistische Federatieve Republiek Joegoslavië, waaronder dit Verdrag, tenzij uit het Verdrag blijkt of op andere wijze wordt vastgesteld dat de toepassing van het Verdrag de voorwaarden voor het in werking zijn van het Verdrag volkomen zou veranderen of tenzij beide Staten anderszins overeenkomen. Ingevolge artikel 50 van het verdrag van 17-10-2005 is het onderhavige verdrag vanaf 01-04-2007 niet langer van kracht tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Macedonië. De Regeringen van het Koninkrijk der Nederlanden en Bosnië-Herzegowina hebben op 21-09-1995, 29-02-1996 en 25-08-1998 nota's gewisseld waarin werd bevestigd de voortgezette toepassing van bilaterale verdragen tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Bosnië-Herzegowina, waaronder dit Verdrag. Op 30-08-1999 en 03-02-2000 zijn te 's-Gravenhage nota's gewisseld waarin de regering van Kroatië en de regering van het Koninkrijk der Nederlanden tot overeenstemming komen over de voortzetting van het onderhavige verdrag tussen de beide staten. Ingevolge artikel 50 en de inwerkingtreding op 01-10-2000 van het verdrag van 11-09-1998 is het onderhavige verdrag vanaf 01-10-2000 niet langer van kracht tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Kroatië. Op 09-08-2002 en 20-08-2002 zijn te 's-Gravenhage nota's gewisseld waarin de regering van de Federale Republiek Joegoslavië en de regering van het Koninkrijk der Nederlanden tot overeenstemming komen over de voortgezette toepassing van het onderhavige Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Federale Republiek Joegoslavië. De tekst van de nota's luidt als volgt: Nr. I Embassy of the Federal Republic of Jugoslavia The Hague, August 9 2002 No. 1316/02-3 The Embassy of the Federal Republic of Yugoslavia presents its compliments to the Ministry of Foreign Affairs of the Kingdom of the Netherlands and has the honour to propose that:
In case the Ministry of Foreign Affairs of the Kingdom of the Netherlands accepts the proposal contained herein, the Embassy will consider the receipt of the Note of the Federal Republic of Yugoslavia confirming the acceptance of this proposal as an agreement that the treaties referred to in Attachment A of this note constitute treaties between the Federal Republic of Yugoslavia and the Kingdom of the Netherlands and that the present Exchange of Notes is without prejudice to future discussions regarding the continuance of the treaties referred to in Attachment B. The Embassy of the Federal Republic of Yugoslavia avails itself of this opportunity to renew to the Ministry of Foreign Affairs of the Kingdom of the Netherlands the assurances of its highest consideration. Ministry of Foreign Affairs The Hague Attachment A
Attachment B
Nr. II Ministerie van Buitenlandse Zaken Legal Affairs Service The Hague, 20 August 2002 DJZ/IR-271/02 The Ministry of Foreign Affairs of the Kingdom of the Netherlands presents its compliments to the Embassy of the Federal Republic of Yugoslavia and has the honour to refer to Note No. 1316/02-3, dated August 9, 2002, from the Embassy of the Federal Republic of Yugoslavia, which reads as follows: Zoals in Nr. I The Ministry of Foreign Affairs accepts the proposal contained in Note No. 1316/02-3 of August 9, 2002, so that an understanding has been reached between the Kingdom of the Netherlands and the Federal Republic of Yugoslavia that the treaties referred to in Attachment A constitute treaties between the Kingdom of the Netherlands and the Federal Republic of Yugoslavia and that the present Exchange of Notes is without prejudice to future discussions regarding the continuance of the treaties referred to in Attachment B in the relation between the Kingdom of the Netherlands and the Federal Republic of Yugoslavia. The Ministry avails itself of this opportunity to renew to the Embassy of the Federal Republic of Yugoslavia the assurances of its highest consideration. To the Embassy of the Federal Republic of Yugoslavia at The Hague In verband met het uiteenvallen van Servië en Montenegro zijn op 15-11-2006 en 18-01-2007 nota's gewisseld waarin de regering van de Republiek Montenegro en de regering van het Koninkrijk der Nederlanden tot overeenstemming komen over de voortgezette toepassing van onder meer het onderhavige verdrag tussen de Republiek Montenegro en het Koninkrijk der Nederlanden. |
---|
Voetnoten
De Overeenkomst is tot stand gekomen op 11 maart 1896.