Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) Nr. 619/2011 tot vaststelling van bemonsterings- en analysemethoden voor de officiële controle van diervoeders wat betreft de aanwezigheid van genetisch gemodificeerd materiaal waarvoor de vergunningsprocedure hangende is of waarvan de vergunning is verstreken
Artikel 6 Maatregelen bij de opsporing van gg-materiaal als bedoeld in artikel 2
Geldend
Geldend vanaf 15-07-2011
- Bronpublicatie:
24-06-2011, PbEU 2011, L 166 (uitgifte: 25-06-2011, regelingnummer: 619/2011)
- Inwerkingtreding
15-07-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-06-2011, PbEU 2011, L 166 (uitgifte: 25-06-2011, regelingnummer: 619/2011)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
1.
Wanneer de resultaten van de analysetests erop wijzen dat in artikel 2 bedoeld gg-materiaal aanwezig is op of boven de MRPL, als omschreven overeenkomstig de in bijlage II, deel B, vastgestelde interpretatieregels, wordt het diervoeder beschouwd als zijnde niet conform Verordening (EG) nr. 1829/2003. De lidstaten delen deze informatie onmiddellijk via het RASFF mee overeenkomstig artikel 50 van Verordening (EG) nr. 178/2002.
2.
Wanneer de resultaten van de analysetests erop wijzen dat in artikel 2 bedoeld gg-materiaal aanwezig is onder de MRPL, als omschreven overeenkomstig de in bijlage II, deel B, vastgestelde interpretatieregels, registreren de lidstaten deze informatie en stellen zij de Commissie en de andere lidstaten daarvan uiterlijk 30 juni van elk jaar in kennis. Er wordt onverwijld kennisgeving gedaan van terugkerende bevindingen over een periode van drie maanden.
3.
De Commissie moet of een lidstaat kan, zo nodig, noodmaatregelen vaststellen overeenkomstig de artikelen 53 en 54 van Verordening (EG) nr. 178/2002.