Einde inhoudsopgave
WHO-Kaderverdrag inzake tabaksontmoediging
Artikel 26 Financiële middelen
Geldend
Geldend vanaf 27-02-2005
- Bronpublicatie:
21-05-2003, Trb. 2004, 269 (uitgifte: 08-11-2004, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
27-02-2005
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-03-2005, Trb. 2005, 72 (uitgifte: 01-01-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Medische ethiek
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De Partijen erkennen de belangrijke rol van financiële middelen bij het bereiken van het doel van dit Verdrag.
2.
Elke Partij voorziet, in overeenstemming met haar nationale plannen, prioriteiten en programma's, in financiële ondersteuning ten behoeve van haar nationale activiteiten gericht op het bereiken van het doel van het Verdrag.
3.
De Partijen bevorderen, waar dienstig, het gebruik van bilaterale, regionale, subregionale en andere multilaterale kanalen om te voorzien in de financiering van de ontwikkeling en versterking van multisectorale allesomvattende programma's voor tabaksontmoediging van ontwikkelingslanden die Partij zijn en Partijen met een overgangseconomie. Dienovereenkomstig moet, in het kader van nationaal ontwikkelde strategieën voor duurzame ontwikkeling, worden omgezien naar economisch haalbare alternatieven voor de tabaksproductie, met inbegrip van diversificatie van gewassen, en moeten deze worden ondersteund.
4.
Partijen die vertegenwoordigd zijn in relevante regionale en internationale intergouvernementele organisaties, en financiële en ontwikkelingsorganisaties, moedigen deze organisaties aan financiële hulp te bieden aan Partijen die een ontwikkelingsland zijn en aan Partijen met een overgangseconomie, om hen te helpen bij het nakomen van hun verplichtingen uit hoofde van het Verdrag, zonder beperking van de rechten tot participatie binnen deze organisaties.
5.
De Partijen komen overeen:
- a.
teneinde de Partijen bij te staan bij het nakomen van hun verplichtingen uit hoofde van het Verdrag, alle relevante potentiële en bestaande financiële, technische en andere — publieke en private — middelen die beschikbaar zijn voor tabaksontmoedigingsactiviteiten te mobiliseren en aan te wenden ten behoeve van alle Partijen, in het bijzonder ontwikkelingslanden en landen met een overgangseconomie;
- b.
op verzoek adviseert het Secretariaat ontwikkelingslanden die Partij zijn en Partijen met een overgangseconomie met betrekking tot beschikbare financieringsbronnen om het nakomen van hun verplichtingen uit hoofde van het Verdrag te vergemakkelijken;
- c.
tijdens haar eerste zitting beoordeelt de Conferentie van de Partijen bestaande en potentiële bronnen en mechanismen van bijstand op grond van een studie die door het Secretariaat wordt uitgevoerd alsmede andere relevante informatie, en overweegt de geschiktheid daarvan; en
- d.
de Conferentie van de Partijen houdt rekening met de uitkomst van deze beoordeling bij het vaststellen van de noodzaak om bestaande mechanismen te versterken of een vrijwillig mondiaal fonds of andere geschikte financiële mechanismen in te stellen om naar behoefte aanvullende financiële middelen beschikbaar te stellen aan ontwikkelingslanden die Partij zijn en Partijen met een overgangseconomie, teneinde deze bij te staan bij het bereiken van de doelen van het Verdrag.