Einde inhoudsopgave
Regeling financiën hoger onderwijs
Artikel 18a
Geldend
Geldend vanaf 27-04-2019
- Bronpublicatie:
05-04-2019, Stcrt. 2019, 20896 (uitgifte: 16-04-2019, regelingnummer: 1390675)
- Inwerkingtreding
27-04-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-04-2019, Stb. 2019, 162 (uitgifte: 26-04-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met het Besluit kwaliteitsbekostiging hoger onderwijs (08-04-2019, Stb. 162).
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
Ambtenarenrecht / Arbeidsvoorwaarden
1.
Het accreditatieorgaan heeft in aanvulling op artikel 5.2, vierde lid, van de wet tot taak:
- a.
de minister te adviseren de aanvragen, bedoeld in de artikelen 4.30, eerste en tweede lid, en 4.32, derde lid, van het besluit;
- b.
in 2022 de minister te adviseren of voldaan is aan de maatstaven, bedoeld in artikel 4.32, eerste lid, van het besluit;
- c.
uiterlijk zes jaar na het besluit, bedoeld in artikel 3d, derde of zesde lid, de verwezenlijking te evalueren van de in de aanvraag in het vooruitzicht gestelde kwaliteit, bedoeld in artikel 4.30, eerste lid, van het besluit, van een universiteit of hogeschool en daarover de minister te adviseren;
- d.
een commissie van deskundigen in te stellen in het geval het:
- 1°
de advisering over een aanvraag als bedoeld in artikel 4.30, eerste lid, van het besluit betreft en de desbetreffende universiteit of hogeschool geen erkenning ITK als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel s, van de wet, heeft verkregen;
- 2°
de advisering over een aanvraag als bedoeld in artikel 4.30, eerste lid, van het besluit betreft en voor de desbetreffende instelling niet reeds een commissie van deskundigen is ingesteld in het kader van een instellingstoets kwaliteitszorg als bedoeld in artikel 5.23, eerste lid, van de wet;
- 3°
de advisering betreft over een aanvraag als bedoeld in artikel 4.30, tweede lid, van het besluit;
- 4°
de advisering betreft over een aanvraag als bedoeld in artikel 4.32, eerste en derde lid, van het besluit;
- e.
het in 2020 of 2022 of op verzoek van de minister opmaken van een landelijk beeld van de stand van zaken van de kwaliteitsafspraken.
2.
Het accreditatieorgaan stelt een toetsingsprotocol vast voor de advisering, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a. Het toetsingsprotocol wordt niet eerder vastgesteld dan nadat de minister daarmee heeft ingestemd.