Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsbeschikking vennootschapsbelasting 1971
Artikel 5
Geldend
Geldend vanaf 04-02-1996. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-01-1996
- Bronpublicatie:
21-12-1995, Stcrt. 1995, 252 jo Stcrt. 1996, 24 (uitgifte: 01-01-1996, regelingnummer: WDB95/486M)
21-12-1995, Stcrt. 1995, 252 jo Stcrt. 1996, 24 (uitgifte: 01-01-1995, regelingnummer: WDB95/486M)
- Inwerkingtreding
04-02-1996, terugwerkend tot: 01-01-1996
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-12-1995, Stcrt. 1995, 252 jo Stcrt. 1996, 24 (uitgifte: 01-01-1996, regelingnummer: WDB95/486M)
21-12-1995, Stcrt. 1995, 252 jo Stcrt. 1996, 24 (uitgifte: 01-01-1995, regelingnummer: WDB95/486M)
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting / Algemeen
1.
De aangifte als bedoeld in artikel 25a, tweede lid, van de wet wordt gedaan binnen drie jaren na afloop van het tijdvak waarover de belasting wordt geheven.
2.
Ingeval binnen de in het eerste lid bedoelde termijn van drie jaren hetzij een uitnodiging tot het doen van aangifte is uitgereikt of toegezonden hetzij de inspecteur is verzocht om een uitnodiging tot het doen van aangifte, wordt die termijn verlengd tot het einde van de door de inspecteur ingevolge artikel 9, eerste tot en met derde lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen gestelde of verlengde termijn.