Einde inhoudsopgave
Vreemdelingenwet 2000
Artikel 100 [Toevoeging raadsman]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2010
- Bronpublicatie:
17-12-2009, Stb. 2010, 2 (uitgifte: 12-01-2010, kamerstukken: 31835)
- Inwerkingtreding
01-07-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-06-2010, Stb. 2010, 234 (uitgifte: 24-06-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Vreemdelingenprocesrecht
Vreemdelingenrecht (V)
1.
Op verzoek van de vreemdeling wordt hem een raadsman toegevoegd zodra hem ingevolge deze wet zijn vrijheid is ontnomen. Artikel 99, derde lid, is van overeenkomstige toepassing.
2.
Bevoegd tot het geven van een last tot toevoeging aan het bestuur van de raad voor rechtsbijstand is de voorzieningenrechter van de rechtbank in het rechtsgebied waarvan de vreemdeling zich bevindt. Ingeval hoger beroep is ingesteld op grond van artikel 95, is de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State bevoegd tot het geven van de last tot toevoeging aan het bestuur van de raad voor rechtsbijstand.
3.
Voorzover de wet niet op andere wijze in de toevoeging voorziet, kan het bestuur van de raad voor rechtsbijstand aan de vreemdeling op diens verzoek een raadsman toevoegen.
4.
Een overeenkomstig het voorgaande lid gedaan verzoek wordt ingewilligd in gevallen waarin aannemelijk is dat de vreemdeling niet in staat is de kosten van een gekozen raadsman te dragen en waarin ook overigens, naar het oordeel van dat bureau, voldoende grond voor toevoeging bestaat.