Einde inhoudsopgave
Participatiewet
Artikel 81 Onverwijlde bijstand
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2004
- Bronpublicatie:
09-10-2003, Stb. 2003, 375 (uitgifte: 10-10-2003, kamerstukken: 28870)
- Inwerkingtreding
01-01-2004
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-10-2003, Stb. 2003, 386 (uitgifte: 14-10-2003, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Bestuursprocesrecht / Bijzondere onderwerpen
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
Sociale zekerheid bijstand / Algemeen
1.
In geval het college geen of ontoereikend toepassing heeft gegeven aan artikel 52 kan de voorzitter van gedeputeerde staten, indien naar zijn oordeel de noodzaak tot onverwijlde bijstand aanwezig is, op verzoek van de belanghebbende besluiten dat het college algemene bijstand verleent.
2.
De beslissing van de voorzitter van gedeputeerde staten vervalt, zodra de beslissing van het college inzake de verlening van algemene bijstand onherroepelijk is geworden dan wel de rechtbank op het beroep heeft beslist. De beslissing vervalt eveneens met ingang van de datum waarop een door de voorzieningenrechter van de rechtbank getroffen voorlopige voorziening in werking treedt.
3.
De in het eerste lid bedoelde bijstand wordt bij wijze van voorschot verleend in de vorm van een renteloze geldlening.