Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) nr. 106/2008 betreffende een programma van de Unie voor energie-efficiëntie-etikettering voor kantoorapparatuur
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 26-03-2013
- Bronpublicatie:
05-02-2013, PbEU 2013, L 63 (uitgifte: 06-03-2013, regelingnummer: 174/2013)
- Inwerkingtreding
26-03-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-02-2013, PbEU 2013, L 63 (uitgifte: 06-03-2013, regelingnummer: 174/2013)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Milieurecht / Bijzondere onderwerpen
(Omgewerkte versie)
Verordening van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2008 betreffende een programma van de Unie voor energie-efficiëntie-etikettering voor kantoorapparatuur
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap en met name op artikel 175, lid 1,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),
Na raadpleging van het Comité van de Regio's,
Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (2),
Overwegende hetgeen volgt:
- (1)
Verordening (EG) nr. 2422/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 betreffende een communautair energie-efficiëntie-etiketteringsprogramma voor kantoorapparatuur (3) moet op een aantal belangrijke punten worden gewijzigd. Om redenen van duidelijkheid dient de genoemde verordening te worden omgewerkt.
- (2)
Kantoorapparatuur neemt een aanzienlijk deel van het totale elektriciteitsverbruik voor haar rekening. Het energieverbruiksniveau van de verschillende modellen die in de Gemeenschap verkrijgbaar zijn, loopt, bij vergelijkbare functionaliteit, sterk uiteen en er is een aanzienlijk potentieel voor een verbetering van de energie-efficiëntie.
- (3)
Een verbetering van de energie-efficiëntie van kantoorapparatuur zou positieve effecten moeten hebben op het concurrentievermogen van de Gemeenschap, de continuïteit van haar energievoorziening en de bescherming van het milieu en de consument.
- (4)
Het is belangrijk om de goede werking van de interne markt te bevorderen.
- (5)
Het is wenselijk de nationale energie-efficiëntie-etiketteringsinitiatieven te coördineren om het nadelige effect van de verschillende uitvoeringsmaatregelen op handel en industrie zo klein mogelijk te houden.
- (6)
Daar de doelstellingen van het overwogen optreden, namelijk het vaststellen van regels voor het communautaire energie-efficiëntie-etiketteringsprogramma voor kantoorapparatuur, niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt en derhalve beter door de Gemeenschap kunnen worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze richtlijn niet verder dan nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken.
- (7)
In Kyoto is in het Protocol bij het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering van 11 december 1997 overeengekomen dat de Gemeenschap de uitstoot van broeikasgassen uiterlijk in de periode 2008–2012 met 8 % verminderd moet hebben. Om deze doelstelling te bereiken zijn strengere maatregelen nodig om de uitstoot van koolstofdioxide in de Gemeenschap te verminderen.
- (8)
In Besluit nr. 2179/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 september 1998 betreffende de herziening van het beleidsplan en actieprogramma van de Europese Gemeenschap inzake het milieu en duurzame ontwikkeling ‘Op weg naar duurzame ontwikkeling’ (4) wordt de invoering van energie-efficiëntie-etikettering van apparaten als een van de topprioriteiten voor de integratie van milieuvereisten met betrekking tot energie genoemd.
- (9)
In de resolutie van de Raad van 7 december 1998 inzake energie-effïciëntie in de Europese Gemeenschap (5) wordt aangedrongen op meer etikettering van apparaten en uitrusting.
- (10)
Het is wenselijk de energie-efficiëntievereisten, de etikettering en de testmethoden waar nodig te coördineren.
- (11)
De meeste energie-efficiënte kantoorapparatuur kost weinig of niets extra, zodat de aanvankelijke meerkosten door de elektriciteitsbesparing veelal binnen een redelijk korte termijn terugverdiend worden. Doelstellingen inzake de reductie van de koolstofdioxide-emissies en energiebesparingen kunnen op dit gebied derhalve op een kostenefficiënte wijze bereikt worden, zonder dat de consument of het bedrijfsleven daar nadeel van ondervinden.
- (12)
Kantoorapparatuur wordt wereldwijd verhandeld. De overeenkomst van 20 december 2006 over de coördinatie van programma's voor energie-efficiëntie-etikettering voor kantoorapparatuur (6) waarover de regering van de Verenigde Staten van Amerika en de Europese Gemeenschap onderhandelen (hierna ‘de overeenkomst’ genoemd), moet met betrekking tot deze apparatuur de internationale handel en de milieubescherming vergemakkelijken. De overeenkomst dient in de Gemeenschap ten uitvoer te worden gelegd.
- (13)
Het Energy Star-etiket voor energie-effïciëntie wordt wereldwijd gebruikt. Om invloed te hebben op de vereisten van het wereldwijd gangbare Energy Star-etiketteringsprogramma, is het nuttig dat de Gemeenschap betrokken is bij het programma en het uitwerken van de technische specificaties. De Commissie dient, bij de vaststelling van deze technische specificaties in samenwerking met het United States Environmental Protection Agency (USEPA), te streven naar ambitieuze doelstellingen inzake energie-efficiëntie, met het oog op het communautaire energie-efficiëntie-beleid en de communautaire energie-efficiëntie-doelstellingen.
- (14)
Er is een doeltreffend handhavingssysteem nodig om ervoor te zorgen dat het energie-efficiëntie-etiketteringsprogramma voor kantoorapparatuur correct wordt uitgevoerd, eerlijke mededingingsvoorwaarden garandeert en de rechten van de consument beschermt.
- (15)
Deze verordening hoeft enkel van toepassing te zijn op kantoorapparatuur.
- (16)
Richtlijn 92/75/EEG van de Raad van 22 september 1992 betreffende de vermelding van het energieverbruik en het verbruik van andere hulpbronnen op de etikettering en in de standaard-productinformatie van huishoudelijke apparaten (7) is niet het meest geschikte instrument voor kantoorapparatuur. De meest doeltreffende maatregel om de energie-effïciëntie van kantoorapparatuur te bevorderen, is een vrijwillig etiketteringsprogramma.
- (17)
De vaststelling en wijziging van de gemeenschappelijke technische specificaties moet worden opgedragen aan een daartoe geschikte instantie, het Energy Star-bestuur van de Europese Gemeenschap, met het oog op een efficiënte en neutrale uitvoering van het energie-efficiëntie-etiketteringsregeling. Dat bestuur dient te worden samengesteld uit nationale vertegenwoordigers en vertegenwoordigers van de belanghebbende partijen.
- (18)
Het energie-efficiëntie-etiketteringsprogramma voor kantoorapparatuur moet verenigbaar zijn en gecoördineerd worden met de prioriteiten van de Gemeenschap en met andere etiketterings- of kwaliteitscertificeringssystemen zoals diewelke werden vastgesteld door Richtlijn 92/75/EEG en door Verordening (EEG) nr. 880/92 van de Raad van 23 maart 1992 inzake een herzien communautair systeem voor de toekenning van milieukeuren (8).
- (19)
Het energie-efficiëntie-etiketteringsprogramma is een aanvulling op de maatregelen die zijn genomen in het kader van Richtlijn 2005/32/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2005 betreffende de totstandbrenging van een kader voor het vaststellen van eisen inzake ecologisch ontwerp voor energieverbruikende producten (9). Het Energy Star-programma moet derhalve verenigbaar zijn en worden gecoördineerd met de regeling inzake ecologisch ontwerp.
- (20)
Het is wenselijk het communautaire Energy Star-programma op grond van de overeenkomst te coördineren met andere vrijwillige energie-efficiëntie-etiketteringsprogramma's voor kantoorapparatuur in de Gemeenschap om verwarring bij de consumenten te vermijden en verstoring van de markt te voorkomen.
- (21)
Er moet worden gezorgd voor een transparante tenuitvoerlegging van het Energy Star-programma en verenigbaarheid met de desbetreffende internationale normen, zodat fabrikanten en exporteurs van landen buiten de Gemeenschap gemakkelijk aan het programma kunnen deelnemen.
- (22)
Deze verordening houdt rekening met de ervaring die is opgedaan tijdens de eerste werkingsperiode van het Energy Star-programma in de Gemeenschap,
HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Voetnoten
PB C 161 van 13.7.2007, blz. 97.
Advies van het Europees Parlement van 10 juli 2007 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 17 december 2007.
PB L 332 van 15.12.2001, blz. 1.
PB L 275 van 10.10.1998, blz. 1.
PB C 394 van 17.12.1998, blz. 1.
PB L 381 van 28.12.2006, blz. 26.
PB L 297 van 13.10.1992, blz. 16. Richtlijn gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1).
PB L 99 van 11.4.1992, blz. 1. Verordening ingetrokken bij Verordening (EG) nr. 1980/2000 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 237 van 21.9.2000, blz. 1).
PB L 191 van 22.7.2005, blz. 29.