Einde inhoudsopgave
Woningwet
Artikel 50 [Verzoek om uitzondering]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2015
- Redactionele toelichting
Dit artikel is opnieuw ingevoegd. Art. 50 (oud) vervallen.
- Bronpublicatie:
20-03-2015, Stb. 2015, 145 jo Stb. 2015, 146 (uitgifte: 16-04-2015, kamerstukken: 33966)
20-03-2015, Stb. 2015, 145 jo Stb. 2015, 146 (uitgifte: 16-04-2015, kamerstukken: 32769)
- Inwerkingtreding
01-07-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-06-2015, Stb. 2015, 232 (uitgifte: 19-06-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Volkshuisvesting en wonen / Algemeen
Bouwrecht / Woonrecht
Volkshuisvesting en wonen / Woningbouw
1.
Onze Minister kan op verzoek van een toegelaten instelling bepalen dat werkzaamheden als genoemd en bedoeld in het bepaalde bij en krachtens artikel 47, eerste lid, onderdelen b tot en met f, ten aanzien van een toegelaten instelling of samenwerkingsvennootschap niet behoren tot de diensten van algemeen economisch belang.
2.
Bij toepassing van het eerste lid:
- a.
is artikel 21d mede van toepassing ten aanzien van die werkzaamheden;
- b.
behoren de betrokken werkzaamheden niet tot de werkzaamheden waaraan de betrokken toegelaten instelling ingevolge artikel 46, aanhef en eerste lid, onderdeel b, voorrang geeft;
- c.
komt de betrokken toegelaten instelling of samenwerkingsvennootschap geen compensatie toe voor de betrokken werkzaamheden;
- d.
is artikel 48 niet van toepassing op die werkzaamheden en
- e.
worden de baten, lasten, activa en passiva die zijn verbonden met die werkzaamheden administratief samengevoegd met die, verbonden met de overige werkzaamheden van de betrokken toegelaten instelling of samenwerkingsvennootschap die niet behoren tot de diensten van algemeen economisch belang.
3.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere voorschriften worden gegeven omtrent de bij het verzoek, bedoeld in het eerste lid, te verstrekken gegevens, de wijze waarop Onze Minister degenen die een belang hebben bij toepassing van dat lid daarbij betrekt en de gronden waarop Onze Minister dat lid kan toepassen dan wel van die toepassing kan afzien.