Einde inhoudsopgave
Regeling taken Dienst Wegverkeer
Artikel 3 Voorwaarden
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2023
- Bronpublicatie:
24-11-2022, Stcrt. 2022, 32213 (uitgifte: 01-12-2022, regelingnummer: IENW/BSK-2022/279108)
- Inwerkingtreding
01-07-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-04-2023, Stb. 2023, 160 (uitgifte: 11-05-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met art. 27 van de Wet digitale overheid (24-02-2023, Stb. 158).
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht (V)
1.
De dienst mag voor de activiteiten, bedoeld in artikel 2, onder a tot en met d, j, p tot en met r, t, u, w, z en ee, prijzen in rekening brengen.
2.
De in artikel 2 bedoelde activiteiten en de hiervoor door de dienst in rekening te brengen prijzen dienen te voldoen aan de volgende voorwaarden:
- a.
de exploitatie mag niet ten koste gaan van de in artikel 4b, eerste en tweede lid, onderdeel a, bedoelde taken;
- b.
de exploitatie mag niet leiden tot concurrentieverstoring;
- c.
de exploitatie dient na vijf jaar in het totaal tenminste kostendekkend te zijn.
3.
De houder van een publiek identificatiemiddel op een rijbewijs dat is uitgegeven voor de inwerkingtreding van artikel 27 van de Wet digitale overheid en dat wordt geactiveerd na inwerkingtreding van dat artikel is € 3,50 verschuldigd aan de dienst. Betaling vindt plaats op de door de dienst vastgestelde wijze.