Einde inhoudsopgave
Wegenverkeerswet 1994
Artikel 120 [Vervangend rijbewijs]
Geldend
Geldend vanaf 12-07-2017
- Bronpublicatie:
11-05-2017, Stb. 2017, 299 (uitgifte: 11-07-2017, kamerstukken: 34574)
- Inwerkingtreding
12-07-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-05-2017, Stb. 2017, 299 (uitgifte: 11-07-2017, kamerstukken: 34574)
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Rijbevoegdheid
Verkeersrecht (V)
1.
Degene die is belast met de afgifte van rijbewijzen geeft in de bij algemene maatregel van bestuur aangegeven gevallen overeenkomstig bij algemene maatregel van bestuur vastgestelde regels een vervangend rijbewijs af.
2.
Het vervangende rijbewijs wordt niet afgegeven dan nadat het rijbewijs waarvoor het wordt afgegeven, is ingeleverd bij degene die belast is met de afgifte van het vervangende rijbewijs, tenzij dit rijbewijs, omdat het verloren is geraakt, of teniet is gegaan, niet kan worden ingeleverd.
3.
Indien de houder van een verloren geraakt rijbewijs waarvoor een vervangend rijbewijs is afgegeven, na de afgifte van het vervangende rijbewijs weer in het bezit komt van dat verloren geraakte rijbewijs, dient hij dat rijbewijs in te leveren bij degene die het vervangende rijbewijs heeft afgegeven.
4.
Voor de toepassing van het eerste tot en met het derde lid wordt onder rijbewijs mede verstaan een rijbewijs, afgegeven door het daartoe bevoegde gezag in een andere lidstaat van de Europese Unie of in een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of Zwitserland, waarvan de houder in Nederland woonachtig is.