Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2002/87/EG betreffende het aanvullende toezicht op kredietinstellingen, verzekeringsondernemingen en beleggingsondernemingen in een financieel conglomeraat en tot wijziging van de Richtlijnen 73/239/EEG, 79/267/EEG, 92/49/EEG, 92/96/EEG, 93/6/EEG en 93/22/EEG van de Raad en van de Richtlijnen 98/78/EG en 2000/12/EG van het Europees Parlement en de Raad
Artikel 31 Verslag van de Commissie
Geldend
Geldend vanaf 11-02-2003
- Bronpublicatie:
16-12-2002, PbEU 2003, L 35 (uitgifte: 01-01-2003, regelingnummer: 2002/87/EG)
- Inwerkingtreding
11-02-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-12-2002, PbEU 2003, L 35 (uitgifte: 01-01-2003, regelingnummer: 2002/87/EG)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Uiterlijk op 11 augustus 2007 legt de Commissie aan het in artikel 21 bedoelde Comité voor financiële conglomeraten een verslag voor over de praktijken van de lidstaten en, indien nodig, over de behoefte aan verdere harmonisatie met betrekking tot
- —
de uitbreiding van toezicht op groepsbrede basis tot vermogensbeheerders;
- —
de keuze en de toepassing van de in bijlage I beschreven methoden voor de berekening van kapitaaltoereikendheid;
- —
de definitie van significante intragroeptransacties en significante risicoconcentratie en het toezicht op intragroeptransacties en risicoconcentratie als bedoeld in bijlage II, in het bijzonder wat betreft de invoering van kwantitatieve beperkingen en kwaliteitseisen met dit doel;
- —
de periodiciteit van de door de financiële conglomeraten uit te voeren berekeningen van de kapitaaltoereikendheid als bedoeld in artikel 6, lid 2, en de rapportage aan de coördinator inzake significante risicoconcentratie als bedoeld in artikel 7, lid 2.
De Commissie raadpleegt het comité voordat zij voorstellen indient.
2.
Uiterlijk één jaar na het bereiken van overeenstemming op internationaal niveau over de voorschriften inzake het afschaffen van het dubbel gebruik van eigen vermogen in financiële groepen gaat de Commissie na op welke wijze de bepalingen van deze richtlijn met deze internationale afspraken in overeenstemming kunnen worden gebracht en dient zij, zo nodig, passende voorstellen in.